5 nastraat, Molenstraat, Kadedijk in fases te renoveren. Men kan niet alles tegelijk doen, want dat zou het hele dorp onbereikbaar maken. Bij die renovatie zullen snelheidsremmende maatregelen, voor zover mogelijk aan de orde komen. De brief naar de BBA kan worden verzonden, maar wat de brief naar de transporteurs betreft, zegt zij dat er slechts vijf transporteurs in deze gemeente wonen en dat het meestal de vrachtautochauffeurs van anderen zijn, die er doorheen komen. Die vijf transporteurs kan men aanschrijven. Overigens wordt besloten te reageren conform het ter inzage gelegde concept-antwoord. Ingekomen stuk nr. 20 wordt conform het voorstel voorlopig voor ken nisgeving aangenomen. De heer Van de Merbel zegt naar aanleiding van ingekomen stuk nummer 21 (schrijven van de fractie van de Vrije Lijst d.d. 7 april 1995 inzake verkeersveiligheid Oude Heijningsedijk) dat de fractie van de Vrije Lijst in haar brief schrijft, de mening te zijn toegedaan, dat juist de persoonlijke inbreng van de bewoners van groot belang is om tot een passende oplossing te komen. Hij is het daar van ganser harte mee eens. Dit belang heeft zijn fractie ook naar voren gebracht, toen zij al begin maart jongstleden in een brief aan het college en aan alle fractievoorzitters, hebben gepleit voor een totstandkoming van een platform verkeersveiligheid binnen de gemeente. Waarbij vooral ook gemikt wordt op de eigen inbreng van de aanwonende burgers zelf. Hij vraagt zijn collega's van de Vrije Lijst of hij uit de brief mag opmaken dat ook deze raadsfractie welwillend denkt over de vorming van een platform voor de verkeersveiligheid. De heer J. de Vos vraagt of hij ook na afloop van de vergadering antwoord mag geven aan de heer Van de Merbel, hij wil graag overleg plegen met zijn collega. De heer Van de Merbel antwoordt dat de heer De Vos er best over mag nadenken, alleen had hij graag een antwoord in de vergadering, omdat ook de vraag in de vergadering is gesteld. De voorzitter zegt namens het college dat zij niets zien in een ver- keersplatform, zoals door de heer Van de Merbel is voorgesteld, omdat men per dijk, per wijk de zaak moet bekijken. Men moet met de bewoners aan de dijk praten en niet met bewoners die elders wonen en wel in dat platform zouden zitten. Het college gaat, zodra de spullen binnen zijn van het onderzoeksbureau, met de diverse bewonersgroepen praten. De heer Van de Merbel zegt dat hij de vraag via de voorzitter aan de mensen van de Vrije Lijst heeft gesteld. Dat de voorzitter nochtans haar antwoord geeft, is een herhaling van zetten, want hij heeft al eerder van het college een brief ontvangen, dat men inderdaad niet zo erg gecharmeerd is van een verkeersveiligheidsplatform. Hij hoopt dat zij met haar beantwoording nu niet zo zeer beoogt, de meningsvorming van de fractie van de Vrije Lijst te beïnvloeden. Hij heeft overigens het vertrouwen dat deze mans genoeg zijn om tot een eigen mening te komen De voorzitter merkt bij interruptie op dat zij vindt dat de heer Van de Merbel weer insinuerend bezig is. De heer Van de Merbel spreekt dit tegen. Hij insinueert niets, hij spreekt gewoon heel duidelijk een gedachte uit. Dat is helemaal niet insinuerend, hij kan het niet anders zeggen. De voorzitter vindt dat de heer Van de Merbel demagogisch bezig is.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1995 | | pagina 101