-6- Binnen de bebouwde kom dertig km. zone, buiten de bebouwde kom zijn er een aantal beperkingen ten opzichte van binnen de bebouwde kom. Aan het begin van de bebouwde kom staat 50 km, daar beginnen echter niet meteen de verkeersdrempels want dat is pas vanaf 30 km.Wel wordt er van de weggebruikers verwacht dat zij het gas loslaten en zich houden aan de maximaal toegestane snelheid, zijnde 50 km. Dat heeft alles te maken met mentaliteit. Wanneer je een en ander moet afdwingen door gebruikmaking van allerlei soort maatregelen biedt dat geen oplossing. De wethouder woont zelf in een gebied waarvoor de 30 km.-zone geldt en ziet toch ook nog mensen langsscheuren met een snelheid van 80 km. Naar zijn oordeel heb je dan niet met normale mensen te maken. Dat betekent dat buiten de bebouwde kom ook harder wordt gereden. Kortom het is nog steeds de rechtervoet van de weggebruiker, en in dit geval de automobilist, die het gevaar veroorzaakt. Hij is ervan overtuigd dat dat niet alleen met technische maatregelen te voorkomen is. De voorzitter zegt dat zij niets heeft toe te voegen aan het antwoord van de wethouder. Wanneer men dit antwoord legt naast de brief die in concept voor de raad ter inzage is gelegd en die aan de bewoners zal worden gestuurd, dan is naar haar mening de zaak daarmee afgedaan. De heer Van de Merbel merkt op dat hetgeen door de wethouder aan het begin van zijn betoog werd gezegd, juist is. Dit is zeker niet het eerste college dat brieven krijgt over verkeersonveiligheid. Een belangrijk verschil is echter wel dat dit het eerste college is dat verkeersveiligheid als belangrijk punt in de beleidsuitgangspunten heeft meegenomen. Dat heeft men vroeger nooit meegemaakt. Wat wel jammer is volgens de heer Van de Merbel, is dat het slechts mooie woorden zijn waar verder niet zo bar veel mee wordt gedaan. Aan de ene kant geeft hij dus het college gelijk aan de andere kant merkt hij op dat dan deze zaken ook niet op papier gezet moeten worden. Het college denkt dat het niets uithaalt om fysieke maatregelen te nemen op de Boerendijk, geen drempels, geen wegversmallingen. De maximum snelheid wordt overtreden en de politie kan daar onvoldoende controle op uitoefenen. Dat is een bekend iets. Overigens is dit niet altijd in verwijtende zin te zeggen. Omdat nu juist de politie de handen vol heeft is de heer Van de Merbel van mening dat we misschien toch iets verder moeten gaan denken. Misschien heeft het zin om hier in de gemeente een soort dorpswachter te gaan aanstellen. Hij ziet nu gelijk de wethouder glimlachen want die denkt nu misschien aan Swiebertje. Dat mag, maar er zal toch iets moeten gebeuren. Wanneer we leven in de overtuiging dat er met maatregelen niets valt uit te richten en dat ook de politie er niets aan kan doen, dan wordt het tijd om iets te doen. Hij komt dan met de suggestie om te komen tot een functionaris die de bevoegdheid heeft op te treden namens de gemeenschap. Iemand die let op verkeersovertredingen en andere overtredingen van de A.P.V.. Een eerste vraag die dan ongetwijfeld weer rijst is "wat kost dat niet?" Het zal best wel wat kosten, maar een stuk veiligheid is bijna niet te betalen. Zeker wanneer daarmee voorkomen wordt dat er ernstige ongelukken gebeuren. Concreet vraagt hij dus het college met klem om over deze zaak eens na te denken. Wethouder Nijhoff zegt dat door de heer Van de Merbel werd opgemerkt dat in het collegeprogramma een en ander staat opgenomen over verkeersveiligheid Het voorstel over het fietspad wat vanavond behandeld wordt heeft daar ook mee te maken. Het college kan straks niet vertellen hoe de mensen van dat fietspad gebruik moeten maken. Ook dat blijft een mentaliteitskwestie. De 30 km.-zone is er ondanks dat het een zware bevalling is geweest, toch gekomen. Ook dat was opgenomen in het collegeprogramma. Tot slot wil hij de heer Van de Merbel gelijk geven wanneer hij zegt dat de politie inderdaad nog zovele andere taken heeft. Hij heeft ook niet

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 93