-7-
08Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet ten behoeve van campagne
rampenvoorlichting
2e wijziging gemeentebegroting 1993.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van het college besloten een krediet van f. 4.000,00
beschikbaar te stellen voor het geven van rampenvoorlichting. De begroting
1993 wordt hiermede in overeenstemming gebracht.
09Voorstel tot het beschikbaar stellen van een bedrag uit het flankerend
ouderenbeleid ten behoeve van de afwashulp inzake de warme
maaltijdverstrekking
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het collegevoorstel besloten voor 1993 een bedrag beschikbaar te stellen
van f. 3.510,00 ten behoeve van de afwashulp.
10Voorstel tot het uitbrengen van advies aan het Commissariaat voor de Media
met betrekking tot de SLOFH.
De heer de Vos heeft met enige verbazing de brief gelezen van het
Commissariaat voor de Media aan de gemeente. In principe heeft het
commissariaat vragen gesteld aan de SLOFH en die zijn tot op heden niet
beantwoord. Hij vindt dat niet echt verstandig.
Met de beantwoording van het college van de vraag over de
representativiteit heeft de P.v.d.A.-fractie geen moeite.
Eigenlijk rest er één punt waar wat onduidelijkheid over is en dat is een
punt waar de gemeente zelf bij betrokken is, namelijk de
vertegenwoordiging van de gemeente in de programmaraad. Overigens wil de
heer de Vos die discussie vanavond nog niet aanslingeren. Hij stelt voor
om dat binnenkort op de agenda van de commissie B.A. te plaatsen. In feite
zou het SLOFH-bestuur daarop moeten reageren maar omdat de gemeente ook
betrokkene is vindt hij dat ook de gemeente daar een standpunt over in
moet nemen.
De heer van de Merbel leest in het voorstel dat in 1987 de raad reeds
heeft besloten te adviseren dat het bestuur representatief is te achten.
Hij kan zich die discussie nog goed herinneren en dat punt was toen
evenals nu niet aan de orde. Het gaat over de representativiteit van de
programmaraad
De nu voor de raad ter inzage gelegde gegevens over de samenstelling van
de programmaraad zijn verouderd en feitelijk onjuist. Dat geldt ook voor
de ter inzage gelegde statuten. Hij vindt dat de raad nu geen positief
advies kan uitbrengen op basis van deze gegevens en licht dit als volgt
toe. Het bestuur van de SLOFH heeft op 25 maart 1992 aan het Commissariaat
voor de Media feitelijk onjuiste informatie gegeven met betrekking tot de
statuten. Men heeft toen bericht dat er in de statuten geen wijziging is
gebracht. De raad zoals die nu bijeen is weet heel goed dat er op
aandringen van de raad wel degelijk een wijziging is aangebracht. Dat is
dus een onjuiste informatie. Bovendien heeft het bestuur van de SLOFH niet
gereageerd op herhaaldelijke verzoeken om aan het Commissariaat voor de
Media nadere informatie te verstrekken inzake de samenstelling van de
programmaraad. Zodoende wordt er vanavond van de raad gevraagd een advies
uit te brengen op basis van niet geheel betrouwbare gegevens. Gegevens
waarbij ook door het Commissariaat voor de Media een aantal grote
vraagtekens wordt geplaatst. Wanneer de raad op grond van de ter inzage
gelegde stukken een advies moet uitbrengen dan kan dat nu vanavond
eigenlijk alleen maar negatief zijn. De consequentie daarvan kan zijn dat
de zendtijd wordt ingetrokken. De commissaris zendtijdzaken heeft daar al
eerder mee gedreigd. Hiervan wordt ook melding gemaakt in het schrijven
van 15 oktober 1992 van de commissaris aan het SLOFH-bestuur. Dat
intrekken lijkt de heer van de Merbel echter niet in het belang van de
medewerkers van de SLOFH en ook niet in het belang van de luisteraars.