-2- vraag is nu of die extra vergoedingen in onze gemeente ook verstrekt worden voor het papier dat men ophaalt bij bedrijven. Een andere zaak is het volgende. Tijdens de vorige vergadering heeft hij voor de zoveelste maal gevraagd hoe het staat met de aanleg van de parkeerplaats voor de vrachtwagens. Een feitelijk antwoord De voorzitter merkt op dat daar straks bij het feitelijke voorstel op teruggekomen wordt. De heer Van de Merbel merkt op daar nu bij de behandeling van de notulen op terug te willen komen. Een feitelijk antwoord op zijn vraag heeft hij de vorige keer niet ontvangen. Echter twee dagen later wist hij, dankzij het Brabants Nieuwsblad, alsnog hoe de zaak er voor stond. Via de krant moest hij namelijk vernemen dat er met de Rijksdienst van de Domeinen de kwestie bestond over de hoogte van de grondprijs. Zijn vraag is nu, waarom heeft de voorzitter zelf niet, staande de vergadering, verteld wat er aan de hand was. Ten aanzien van de vraag van de heer Van de Merbel met betrekking tot het oud papier antwoordt de voorzitter het volgende. Wanneer het oud papier wordt opgehaald door Polyhymnia, de school of de Polderrakkertjes gaat het college niet kijken waar dat papier vandaan komt. Er is dus geen gesplitste nota of iets dergelijks. Zij begrijpt best waar de vraag van de heer Van de Merbel vandaan komt. Hij zal ook de krant gelezen hebben alvorens deze vraag te stellen. In Roosendaal is deze zaak namelijk ook aan de orde geweest. Voor wat Fijnaart betreft is er geen uitgesplitste nota voor de inzameling van oud papier en dat is alles wat hier op dit moment over te vertellen valt. Ten aanzien van de parkeerplaats merkt de voorzitter op dat op blz. 19/20 van de notulen van de vergadering staat dat de heer Van de Merbel nog terug zal komen op deze kwestie in de volgende raad. De heer Van de Merbel interrumpeert de voorzitter en zegt dat dit niet de eerste keer was dat hij vroeg naar de parkeerplaats vrachtwagens. Hij heeft al zeker drie keer geïnformeerd en telkens is de voorzitter hem het antwoord op zijn vraag schuldig gebleven. Dat is het wat hem dwars zit. De voorzitter zegt dat dat wel zo kan zijn, maar als zaken niet gereed zijn voor behandeling dan moet daar in rondvragen niet over gediscussieerd worden. Daar kan de heer Van de Merbel het mee eens zijn of niet. Wanneer echter een krant gaat bellen, wat overigens hun goed recht is, naar de dienst van de Domeinen en naar deze en gene, dan is het het recht van een krant om dat nieuws te brengen. Als het college van oordeel is dat zij dit nog niet naar buiten kan brengen omdat zaken niet afgerond zijn dan kan dat niet naar buiten worden gebracht. Overigens kan in een onderling gesprek vaak meer gezegd worden dan in een openbare vergadering. De heer Van de Merbel had dus ook even langs kunnen komen en de voorzitter kunnen vragen naar de stand van zaken. Dat zou een mogelijkheid zijn geweest om ook in zijn richting wat meer informatie te geven De heer Van de Merbel reageert in eerste instantie op het oud papier. Waar hij zijn informatie vandaan haalt is volgens hem niet relevant. De voorzitter merkt op dat hij zelf de bron heeft aangehaald en zij heeft dit slechts aangehaald. De heer Van de Merbel zegt dat wanneer de gemeente aan verenigingen subsidie geeft, in wezen ook mogelijk het bedrijfsleven wordt gesubsidieerd. Dat is het punt waar het om draait. Dit was niet alleen in Roosendaal een punt van discussie, dit heeft hij ook gelezen als zijnde een standpunt van de burgemeester van Steenbergen. In wezen gebeurt dat hier nu ook. De heer Van de Merbel stelt aan de orde of dit inderdaad het geval is. De voorzitter geeft er volgens hem geen direct antwoord op; hij vermoedt dat het hier ook zal gebeuren. Hij wil graag dat dit wordt nagegaan.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 89