20
voor vrachtwagens staat.
Wat betreft het onderzoek naar borstkanker begrijpt hij best dat hier nu
direct geen antwoord op gegeven kan worden in de zin van dat men daar voor
gaat zorgen. Dat had hij ook niet verwacht. Hij had de bedoeling om nog eens
aan te geven dat er misschien wat meer druk uitgeoefend kan worden door het
StreekgewestHij vindt dat de Fijnaartse vrouw in dit geval de dupe is van
het getouwtrek over bij welk kankerinstituut het Streekgewest zich zou
aansluiten. Bij deze ziekte is een vroegtijdige ontdekking van groot belang.
Daarom vraagt hij of het college alles op alles wil zetten in de contacten
met het Streekgewest of waar dan ook om te bereiken dat zo snel mogelijk
borstkankeronderzoek uitgevoerd wordt in Fijnaart. Hij vraagt of het college
misschien zelf al spontaan heeft gereageerd op de berichten vanuit het
Streekgewest
Wethouder Nijhoff antwoord dat de gemeente nog niet gereageerd heeft. Hij
denkt dat het goed is wanneer de gemeente wel reageert. Baat het niet dan
schaadt het niet. De raad weet wel dat de gemeente binnen het Streekgewest
dikwijls tegen de bierkaai vecht. Desondanks zal het toch goed zijn dat de
gemeente haar energie gebruikt om op zo kort mogelijke termijn een
borstkankeronderzoek te krijgen in Fijnaart.
De heer Van den Baard merkt op dat de raad een brief heeft gekregen waarin
het functioneren van het jongerenwerk in Fijnaart uiteengezet werd. Daarin
stond ook een aantal punten vermeld die met spoed, gezien de kosten die
daaraan verbonden zijn, om enige aktie vragen. Hij verzoekt dit punt bij de
volgende raadsvergadering op de agenda te zetten.
Wethouder Nijhoff antwoordt dat het niet zo simpel werkt als de heer Van den
Baard nu voorstelt. Er is een aantal knelpunten neergeschreven door het
Jongerenwerk. Hij denkt dat het goed is om een aantal zaken eerst in
commissieverband te bespreken. Aan de andere kant zegt hij dat subsidie aan
het algemeen maatschappelijk werk wordt gegeven. Het college heeft met het
maatschappelijk werk min of meer een contract. Dat kan ook niet van de ene
op de andere dag gestopt worden. Allereerst moet men in het college goed
overleggen en daarna in commissieverband verder discussiëren. In de raad
moet de uiteindelijke besluitvorming plaatsvinden.
De heer Van den Baard zou het onderwerp dan graag binnenkort in de commissie
O.C.S.W. willen zien. Het is niet de bedoeling iets terug te draaien, maar
men kan ook iets wijzigen. Er zijn zaken die misschien anders gedaan kunnen
worden.
De voorzitter merkt op dat men moet uitkijken wat men wel of niet ter
discussie stelt. Als de gemeente niet tevreden is over het produkt wat
geleverd wordt door het Maatschappelijk Werk moet die klacht daar door het
college neergelegd worden. Daarnaast is het zo dat het Algemeen
Maatschappelijk Werk voor 1993 subsidie gekregen heeft. Het Algemeen
Maatschappelijk Werk kan om hun moverende redenen niet altijd invulling aan
die subsidie geven zoals het college dit wenst. Het college heeft het nodige
al gedaan om in gesprek te komen met het Algemeen Maatschappelijk Werk, maar
dat is op dit moment nog niet daadwerkelijk gelukt.
De heer Van den Baard merkt op dat de gemeente een aanzienlijk bedrag aan
het Algemeen Maatschappelijk Werk betaalt voor de jongerenwerker. Als deze
niet functioneert heeft de gemeente het recht hier wat van te zeggen.
De heer Bienefelt interrumpeert met de opmerking dat het wellicht verstandig
is om dit in de commissie te bespreken.
De voorzitter merkt op dat niet over het functioneren van de mensen
gesproken kan worden, daar die elders in dienst zijn, waarop de heer Van der
Spek zegt dat daarover sowieso niet in de openbaarheid gesproken wordt.
Mevrouw Oostdijck merkt op dat haar vraag reeds uitvoerig aan de orde is
geweest