16 wijze waarop hij nu functioneert wil zij toch op het volgende wijzen. We schrijven vandaag 22 april 1993 op de kalender en 1 mei 1993 is het afgelopen met de belbus. Dit betekent dus dat er geen raadsvergadering meer komt voor halverwege mei 1993. Dat zou dus betekenen dat als de raad zegt dat de belbus moet blijven zoals die nu is, er geld tegenover moet staan. Het college weet echter op dit moment niet hoeveel geld er mee gemoeid zal zijn. Het is kiezen uit twee mogelijkheden. Of men stopt met de belbus per 1 mei a.s., zet het onderzoek in en komt daar in ieder geval voor de zomervakantie mee terug om een regeling te treffen. Of men gaat door met de belbus zoals die nu rijdt en de raad stelt nu een krediet beschikbaar, zonder dat men weet hoeveel dat krediet betreft. Anders zadelt de raad het college op met uitgaven waarvoor geen krediet is gevoteerd. Ze geeft de fracties vervolgens gelegenheid met elkaar te beraden en schorst daarvoor 5 minuten de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering en stelt voor in tweede termijn het voorstel aan de orde te stellen zoals zij dat voor de schorsing heeft verwoord. De heer de Vos vraagt naar aanleiding van het voorstel wat men nu eigenlijk' aan het doen is. Het lijkt erg veel op hetgeen men de vorige maand in de vorige raadsvergadering aan het doen was. Toen had men ook een voorstel liggen om dan toch maar op eigen kosten de belbus door te laten gaan. Toen is door het college afgedwongen dat we op dat moment een standpunt innamen. Collega van de Merbel vroeg toen of men daar niet een volgende keer over kon praten. De voorzitter heeft toen een aantal praktische bezwaren genoemd waarom dat niet kon. Dat had met name te maken met het feit dat de dienstregeling opgesteld moest worden en dat het busboekje gedrukt moest gaan worden. Onder die druk is toen een beslissing genomen. De beslissing die dus nu weer ter discussie staat om de ritten te gaan halveren. Kan men nu, een week voordat de nieuwe dienstregeling ingaat, nog met goed fatsoen bij de BBA aankomen door te zeggen, sorry we hebben ons vergist, we willen toch zes ritten per dag. Hij hoort graag of het college daar contact over heeft gehad met de BBA. De voorzitter noemde net een bedrag van f 10.000,--. Hij vraagt hoelang men daarmee door kan gaan. Het onderzoek gaat natuurlijk tijd kosten. Hij schat dat men blij moet zijn als men voor de zomer een beslissing genomen heeft. Is het bedrag van f 10.000,-- dan wel toereikend. De heer Van der Werf merkt op dat men toch zeker drie maanden nodig heeft voor men het voor elkaar heeft. Om die drie maanden te overbruggen moet men toch met een krediet voor de dag komen om die belbus door te laten rijden. Zijn fractie is er voor dat daar f 10.000,-- voor beschikbaar gesteld wordt. Hij zegt dat men ook moet kijken wat de taxi's in de regio vragen voor een rit zoals nu door de belbus gereden wordt. Hij is van mening dat dit goedkoper is dan de belbus die door de BBA geregeld wordt. De heer Van de Merbel zegt dat als de informatie de hij in de krant heeft gelezen juist is, de BBA zou rekenen met een bedrag van f 10.000,-- f 20.000,-- op jaarbasis. Als men nu spreekt over een krediet van f 10.000,- zou men gevoeglijk kunnen aannemen dat men daar een half jaar mee vooruit kan. Dat is volgens hem een reële tijd, in die zin dat het college niet geprest moet worden tot overhaaste besluitvorming in deze. Om die reden denkt hij dat men dit nu ook vlot moet doen. Het voorstel sluit ook prettig aan bij hetgeen hij in eerste termijn heeft gezegd. Men kan van hem dan ook geen tegenstand verwachten. De heer Van der Spek zegt dat zijn fractie van mening is dat men door moet gaan met de belbus zoals die nu is. Zijn fractie gaat accoord met het beschikbaar stellen van een krediet van f 10.000,-- om de periode te overbruggen. Ten derde verzoekt zijn fractie het college om een onderzoek te doen niet alleen in de richting van de BBA maar ook dat er ook nog andere mogelijkheden onderzocht worden. Hij zegt nog eens nadrukkelijk dat daar niet een regeling uit mag komen met een open-eind.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 81