10
niet mee eens. Zijn fractie is van mening dat als een ondernemer probeert
zijn onderneming te laten draaien het gemeentebestuur in eerste instantie
moeten proberen om daar in mee te gaan, tenzij er zwaarwegende bezwaren
zijn. Nu is er de aanvraag van mevrouw Bom, nu verschuilt het college zich
niet achter het bestemmingsplan Buitengebied. Zijn fractie vraagt zich af
waarom het college nu ineens meegaat en in de voorgaande gevallen geen meter
medewerking wou verlenen. In de voorgaande gevallen zijn de aanvragers er
niet op gewezen dat er een artikel 19 bestond. Verder ligt hem nog vers in
het geheugen de aanvraag van de heer Jongmans uit Klundert. Daar heeft het
college zich ook achter de wet verscholen om nee te kunnen zeggen. Hij
vindt dat niet zo elegant in de richting van de burgers. Misschien kan het
college de raad nu uitleggen waarom men nu in het geval van mevrouw Bom
plotseling zo coulant is geworden. Mevrouw Bom mag overigens van zijn
fractie daar een winkeltje hebben. Laat dat duidelijk zijn. Het is echter
niet duidelijk wat het beleid is van het college.
De heer Bienefelt wil namens zijn fractie nog wat aanvullende opmerkingen
plaatsen. Er zijn al wat zaken aan de orde geweest. Met name de aspecten van
de precedentwerking. Zijn fractie heeft zich natuurlijk ook in zekere mate.
afgevraagd in hoeverre dit aspect meespeelt. Zijn fractie denkt evenwel dat'
als men de zaken op zich bekijkt een aantal verschillen zijn aan te geven.
Het typische van deze aanvraag om vrijstelling is naar zijn gevoel dat het
gaat om het verkopen van cursusmateriaal gekoppeld aan het geven van
cursussen. Hun zorg is evengoed als die van een ander dat men geen vrijbrief
kan geven om het te laten uitdijen zodat het helemaal buiten de huidige
doelstelling terechtkomt. Hij vraagt in hoeverre het college zijn fractie
kan verzekeren dat aan de vergunning c.q. vrijstelling gekoppeld wordt dat
de vrijstelling vervalt indien die activiteiten waarop de vergunning nu
gebaseerd is, stoppen.
De voorzitter wil naar aanleiding van de laatste vraag van de heer Bienefelt
een vraag stellen. Het college doet een voorstel aan de raad. De raad heeft
het recht om het voorstel af te stemmen of om met het voorstel akkoord te
gaan. Zij vraagt of de raad gronden heeft om aan te nemen dat de zaken ter
plekke uit de hand zullen lopen. Dit zegt zij met name in de richting van de
heer Bienefelt en in de richting van de heer Van der Werf.
In de richting van de heer Van der Spek zou zij dit willen vragen naar
aanleiding van de koppeling die hij legt met het bouwplan van de heer
Jongmansi
Zij vindt het nu niet direct opportuun om te zeggen dat een college zich"
verschuilt achter een bestemmingsplan, want zo is het niet. Een gemeenteraad
stelt een bestemmingsplan vast en binnen de regels van het bestemmingsplan
kan het dagelijks bestuur van een gemeente i.e. het college van burgemeester
en wethouders het dagelijks bestuur voeren. Het is geen kwestie van zich
verschuilen achter zaken. De richtlijnen worden dan gewoon in acht genomen.
Als men kijkt naar Jongmans dan vindt zij dat als men vergelijkingen wil
maken, geen appels met peren moeten worden vergeleken. Jongmans betrof de
bouw van een schuur, die hij ook elders op zijn land kon bouwen. Terwijl het
bij mevrouw Bom gaat om twee muren die geplaatst zijn in een schuur en die
totaal een inpandige ruimte binnen die schuur afschermen van 30 vierkante
meter. Als men wil vergelijken vindt zij het best, maar dan moet men
dezelfde grootheden vergelijken. Het is bovendien zo dat aan de voorgevel
van de schuur waarin dat plaats vindt heel nadrukkelijk niets veranderd is.
De originele staldeuren worden gebruikt als ingang alleen is daar in een
gedeelte een ruit aangebracht en boven de deuren is de naam "het
Stokpaardje" aangebracht. Het kan nu best eens zo zijn dat "het Stokpaardje"
het stokpaardje van de gemeenteraad van Fijnaart en Heijningen gaat worden,
maar daar is het stokpaardje wel een beetje erg klein voor.