-16- Om praktische redenen heeft men - gezien vanuit dat artikel - gekeken naar wat het meest representatief is voor de gemeenteraad. Naar de visie van het college is dit de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden. Ten eerste zitten hier alle fractievoorzitters in. Dit is niet het geval bij de commissie Ruimtelijke Ordening. Om optimaal te kunnen werken, moet je dus kiezen voor de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden. Ten tweede zitten er in deze commissies niet dezelfde personen en is er tussen de ene en de andere commissie een bepaalde taakverdeling. Er zijn gemeenten die burgers inschakelen bij horen. Het is niet onmogelijk dat dit gebeurt. Over de kosten die gemoeid zijn met het opnieuw uitvoeren van de procedure kan hij op dit moment niet veel zeggen. Dit valt nog niet geheel te overzien, er zijn een aantal zaken die moeten gebeuren, advertenties, hoorzittingen en dergelijke. Naar aanleiding van een vraag van de voorzitter herhaalt de heer Van der Spek in het kort zijn betoog. "Koppie door de muur"; het plan zal het niet halen in de raad. De voorzitter antwoordt dat hij naar andere commissieleden moet kijken om te zien of de conclusies juist zijn. Hij heeft deze op het moment niet paraat. Het is dus zó dat de voorzitter gezegd heeft het voorstel mee terug te nemen en met andere voorstellen te zullen komen? De heer De Vos meent zich te herinneren dat dit niet echt gezegd is door de voorzitter. Het voorstel lag wat moeilijk, hij had het idee dat er toch wat meningen aan het schuiven waren in de richting van het voorstel. De voorzitter zei dat het in het college besproken zou worden en er een advies naar de raad zou komen. Hij betwijfelt of bedoeld werd het hele voorstel opnieuw te bekijken. De voorzitter vraagt de heer Van der Spek te citeren uit het aangehaalde verslag van de commissie Ruimtelijke Ordening. Citaat: "De voorzitter concludeert dat de commissie niet tot een eenstemmig advies kan komen Zij heeft de toezegging gedaan aan de heren Van der Spek en De Vos om hun verzoek mee te nemen naar het college." De heer De Vos merkt op dat het verzoek niet zoveel te maken had met de verdere procedure. Het ging toen over het horen van de raad bij afwijzingen van verzoeken. De voorzitter antwoordt de heer Van der Spek dat nu de derde visie van het plan ter inzage ligt. Het gaat er maar om wat je "oud plan" noemt. De heer Van der Spek stelt dat de derde visie hetzelfde plan is dat destijds besproken is in de commissie Ruimtelijke Ordening. De voorzitter stemt hiermee in maar wijst erop dat de procedure inmiddels is opgestart en dat er ondertussen discussies kunnen plaatsvinden en burgers gehoord kunnen worden. Uiteindelijk komt het plan in de raad waar een beslissing genomen wordt. Hij begrijpt uit de woorden van de heer Bienefelt dat deze de zaak nogmaals besproken wil zien in een commissie. Hierna zou de procedure moeten volgen. De voorzitter wijst erop dat de procedure reeds opgestart is. De procedure is niet omkeerbaar. Deze kan slechts worden gestopt. Dat brengt extra kosten met zich mee. De heer Van der Spek stelt dat dit geen antwoord op zijn vraag is. De voorzitter zegt deze niet te kunnen beantwoorden daar dat in het college behandeld moet worden. Inhoudelijk is er tot nu toe niet meer gesproken over de Partiële Herziening Buitengebied na de derde visie. De heer Bienefelt interrumpeert dat de boodschappen meegenomen kunnen worden en er nu geen vragen beantwoord hoeven te worden, gezien de aard van het voorstel. In tweede instantie vraagt de heer Van de Merbel het woord. De heer Van de Merbel vindt dat zijn interruptie tijdens het betoog van de heer Bienefelt wel erg snel werd afgekapt. Hij pleegt echter alleen te interrumperen daar waar mensen duidelijk in de fout gaan. Naar zijn mening was dat hier het geval.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 46