-15- De fractie wil het college de boodschap meegeven zich daar ernstig over te beraden. Middels gewoon overleg moet je heel duidelijk stellen wat de voor- en nadelen van het plan inhouden. Als alles is uitgelegd en de discussie gesloten, kan de democratie hoogtij vieren. Wat het delegatiegebeuren betreft, denkt zijn fractie dat het een goede zaak is dat de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden in deze de taak van de raad overneemt. Hij vindt het een beetje masochistisch van de heer Van de Merbel een pleidooi te houden voor de commissie Ruimtelijke Ordening. Men doet zijn best hem overal bij te betrekken en nu schijnt er ineens een soort bescheidenheid te zijn daar niet aan mee te doen. Het horen van bezwaren is een karweitje van de raad. Het houdt alleen in dat de bezwaren in ontvangst genomen worden en erop toezien dat dit ordelijk gebeurt. Daarna gaan de bezwaren en opmerkingen naar de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden die er in haar afwegingen gebruik van kan maken. De functionaliteit van de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden is volgens hem buitengewoon op zijn plaats hier en het zou goed zijn als de heer Van de Merbel hiervan deel uit zou maken. Het zou niet terecht zijn dat de heer Van de Merbel zoals vorige keer niet komt omdat hij vindt dat het de commissie Ruimtelijke Ordening moet zijn. De heer Van de Merbel spreekt tegen dat dit het punt niet is. De vorige keer zei hij:"Ik kom niet naar een commissievergadering die niet bevoegd is De heer Bienefelt reageert door op te merken dat de heer Van de Merbel er toen op wees dat de commissie niet haar delegatie had. Dit blijkt inderdaad diens argument te vormen. De heer Bienefelt vervolgt dat men hier niet zit om op procedurefoutjes te scoren. De voorzitter interrumpeert dat volgens het Reglement twee raadsleden niet met elkaar moeten discussieren, de discussie hoort via de voorzitter te lopen. De heer Bienefelt krijgt opnieuw het woord. In hoofdlijnen is het zo, betoogt hij dat het correct is dat de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden ingeschakeld wordt. Daarna zou de commissie Ruimtelijke Ordening erbij betrokken kunnen worden daar het een specifiek onderwerp op hun terrein betreft. Dat onderstreept het belang van zo'n kwestie. Als er 60 mensen bezwaren komen overhandigen, moet je er voor die mensen zijn. Het had nog mooier gekund door de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden de bezwaren aan te laten horen maar dan was het een beetje op een circus gaan lijken. Daar zijn de commissieregels niet voor, deze zijn bedoeld om de afhandelingen van een bepaald kaliber te laten zijn. De fractie vindt het inhoudelijk erg belangrijk en zou het op prijs stellen dat het college van diverse kanten een toelichting krijgt omtrent het waarom van de opstellingen van de fracties. Als blijkt dat er een indicatie is, dat er een meerderheid is vóór doorvoering van de plannen, dan moet dit zijn loop hebben. Het hoor- en wederhoorgebeuren intern in de raad lijkt de fractie van essentieel belang. Daar zou men mee moeten beginnen in plaats van een traject ingaan waarbij dezelfde brieven binnenkomen met dezelfde afloop vam gebeurtenissen De voorzitter constateert dat er niet zozeer bezwaar is tegen het delegeren van het horen aan een commissie. Er is wel verschil van mening tussen de heer Van de Merbel en de rest van de raad welke commissie daar het meest geschikt voor is. De commissie Ruimtelijke Ordening behandelt kwesties betreffende ruimtelijke ordening en bestaat uit drie raadsleden en twee burgerleden. De portefeuillehouder is voorzitter. Zij is dus inhoudelijk al bezig met een aantal onderwerpen. Als je de Wet op de Ruimtelijke Ordening, genoemd in het voorstel, artikel 24,lid 1, bekijkt, staat er dat iedereen de mogelijkheid heeft bij de raad schriftelijk bezwaar in te dienen. Het zou dus ook zo kunnen zijn dat de voltallige raad mensen hoort.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 45