-14- Hij baseert zich daarbij op de door deze raad vastgestelde taakomschrijvingen. Men moet zich realiseren dat het gaat om reclamanten tegen bestemmingsplannen. Die vormen bij uitstek een zaak voor Ruimtelijke Ordening. Waar kan dat beter gebeuren dan in een commissie Ruimtelijke Ordening, vraagt hij zich af. Hij wil graag duidelijkheid over de passage in het voorstel waarin staat: "Deze commissie adviseert over de ingediende bezwaren", waarmee gedoeld wordt op de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden. Hoe moet dit adviseren gezien worden? Misschien maakt het antwoord de keuze voor de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden duidelijker. Een andere vraag is waarom het college de commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu kennelijk niet voldoende representatief acht. Dit blijkt uit haar stelling dat de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden representatief is Het hele gebeuren wordt nu opnieuw op de rol gezet. Hoeveel extra kosten zijn daar mee gemoeid? Hij vindt het niet fout als het college op haar schreden terugkeert en alsnog de zaak gaat voorbereiden; het is wel fout^ dat dit nodig is gebleken. Men moet ook hier attent zijn op het feit dat^® er met gemeenschapsgelden gewerkt wordt. De heer Van der Werf zegt zijn visie niet in het Brabants Nieuwsblad van deze week te hebben willen geven - daar hoorde deze nog niet in thuis - maar wil dat nu wel doen. De fractie kan meegaan met het voorstel. Zij is echter wel van mening dat er een nieuw onderzoek zou moeten komen naar de plaats van de landbouw in de bestemmingsplannen. Men moet zicht krijgen op wat er straks te gebeuren staat. Op het ogenblik zit er in het plan te weinig ruimte. De mensen kunnen geen kant uit. Als het plan er zo uit blijft zien, vreest hij dat de fractie er niet in mee zal gaan. De mensen die in het betreffende gebied hun brood verdienen behoren in zoverre op meegaandheid te kunnen rekenen dat zij in het bestemmingsplan een kansje op uitbreiding hebben. De heer De Vos wil bij het voorstel blijven en niet uitweiden over de Partiële Herziening Buitengebied. Dat is volgens hem een ander agendapunt. De fractie stemt in met het delegatiebesluit. Wat voor de fractie meespeelt om niet de commissie Ruimtelijke Ordening en Milieu een rol te laten spelen in het aanhoren van het advies is, dat je dan weer terecht komt bij degenen die in eerste instantie bij de plannenmakerij zijn^k betrokken. Er is al eerder betoogd dat iemand die bezwaar maakt niet de^W dezelfde persoon moet tegenkomen die hij in een vroeger stadium heeft ontmoet. Dat komt naar de burger toe ongeloofwaardig over. Uiteraard zitten in die commissies wel dezelfde gezichten maar zij hebben toch een andere taak. Dan is hij er nog niet uit of het mogelijk is de commissie Ruimtelijke Ordening in te schakelen vanwege de rol van de burgerleden in die commissie. De commissie Bestuurlijke Aangelegenheden is niet alleen vertegenwoordigd door alle fracties maar bestaat ook uitsluitend uit raadsleden. Deze hebben binnen het gemeentelijk bestuur een bepaalde taak, hetgeen naar zijn idee in mindere mate geldt voor burgerleden. Wat is precies de rol van de burgerleden bij het horen? De heer Bienefelt bemerkt dat zijn fractie met het partieel herzien van het bestemmingsplan te maken heeft vanaf eind augustus en vanaf het begin is het een beetje bizar overgekomen vanwege de procedurele stapjes die hierin gemaakt werden en daarnaast vanwege de inhoud. De fractie heeft dit een paar keer medegedeeld. Nu struikelt men over een procedureel foutje en begint men vrolijk opnieuw. De fractie meent dat er zowel in het verleden als in het heden genoeg tijd is om te discussieren. Eén ding is zeker, er zijn maar weinig besluiten van gemeenteraden die op voorhand 60 70 bezwaren oproepen. Er is dan een behoorlijke bevolkingsgroep vertegenwoordigd

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 44