-6-
Overigens heeft hij uit de wandelgangen begrepen dat er maandag ook over
oud papier gesproken is. Misschien kan daar volgende keer door de
voorzitter iets over gezegd worden. Hij meent dat er in
porfefeuillehoudersverband over gesproken is.
De heer Van de Merbel bemerkt dat ook de voorzitter de nadruk legt op het
feit dat het beleid gericht moet zijn op het verminderen van afval. Hij
vreest dat in dat geval de kosten per ton aangeleverd afval stijgen. Omdat
je met vaste kosten kosten als personeelskosten en dergelijke zit, zie je
dat niet direct terug in je portemonnee. Dit aspect moet wel onder ogen
gezien worden. Het andere aspect dat hij naar voren wil brengen -
zijdelings aangestipt door de heer Breure - is dat het een goede prikkel
zou zijn als de individuele huishoudens gemeten worden qua het aanleveren
van huisafval. In hoeverre zijn er methoden te ontwikkelen om individueel
te meten?
In tweede instantie vraagt de heer Van der Spek het woord. Hij voelt veel
voor wat de heren Breure en Van de Merbel te berde brengen, maar het kan
een uitnodiging zijn om je afval ergens anders heen te brengen en dat is
een beetje gevaarlijk.
De voorzitter reageert hierop door te stellen dat men zo in een discussie
geraakt die hij nog niet in deze raad wil voeren. Het is tijd hierop
terug te komen wanneer de invoering plaatsvindt. De punten die zijn
aangehaald door diverse raadsleden zullen meegenomen worden in het vervolg
en dan kom je vanzelf op de invulling, de betaling en de beheersbaarheid
van die afvalstromen. Hij is het met de heren van de Merbel en De Vos
eens dat resultaten pas op langere termijn verwacht kunnen worden.
De heer Evers merkt op het zinvol te vinden wanneer men ook aandacht
besteedt aan de producenten van folders en verpakkingen.
De voorzitter stelt dat hij geprobeerd heeft duidelijk te maken dat alle
mogelijkheden onderzocht moeten worden om de zaak in de hand te houden -
dat kan bij de producent zijn, bij de winkelier maar ook bij de mensen
thuis. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van het college ingestemd met het Gewestelijk Uitvoeringsplan
Afvalverwijdering Noord-Brabant.
08 Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet t.b.v. deelname aan
Stichting A4/Zoomweg-Noord
5e wijziging gemeentebegroting 1993
De voorzitter geeft achtereenvolgens het woord aan de heer Van de Merbel,
de heer Evers, de heer De Vos, de heer Van der Spek en mevrouw Oostdijck.
De heer Van de Merbel stelt dat het voorstel betrekking heeft op een nieuw
bestuurlijk fenomeen, namelijk een stichting ter bevordering van het
lobbyen. Bij deze toch wel wat opmerkelijke vorm van bestuurlijke
vernieuwing wil hij enkele kanttekeningen plaatsen. Hij merkt op er niet
van overtuigd te zijn dat de aanleg van de Zoomweg-Noord persé hoge
prioriteit verdient. Wanneer die aanleg wel gewenst is, ziet hij niet goed
in waarom er een aparte stichting opgericht moet worden om daarvoor te
gaan lobbyen. Indien ergens voor gelobbied moet worden, lijkt hem dat bij
uitstek het werk van - bijvoorbeeld - burgemeesters. Zij worden geacht
over nogal wat relaties te beschikken, zij zijn ook min of meer in dienst
om naar de zijde van "hogere machten" druk en invloed uit te oefenen. Zij
zijn meestal ook ingevoerd in de hogere politieke kringen. Dat geldt voor
de burgemeester van Fijnaart en uiteraard ook voor de andere burgemeesters
in de deelnemende gemeenten, Bergen op Zoom, Halsteren,Steenbergen. Dat
zijn allemaal verschillende politieke invalshoeken. Men heeft zo zijn
relaties en kennissen in de Tweede Kamer, staatssecretarissen, ministers,
met name de minister van Verkeer en Waterstaat, minster May-Weggen. Hij
vindt dat, wanneer er voor een bepaalde vorm van samenwerking moet worden
gekozen, dit moet gebeuren onder de vlag van het StreekgewestHet gaat
hier over vijf of zes gemeenten binnen het Streekgewest.