Algemene beschouwingen en vragen van raadslid W. van de Merbel bij de gemeentebegrotingen voor het dienstjaar 1994 blad 2 002 In 1993 werd de raad andermaal geconfronteerd met de fi nanciële nasleep van het vertrek van de vorige gemeente secretaris en de daarop volgende werving van een nieuwe. Met het oog op die werving werd aan de raad voorgesteld (zie de bijlagen bij deze beschouwingen) om een krediet van f 22.500,beschikbaar te stellen. Nadat vorig jaar al geconstateerd moest worden dat er een forse krediet-overschrijding had plaatsgevonden - buiten medeweten van de raad - is onlangs gebleken dat de totale uitgaven nog hoger zijn geweest dan zich in eerste in stantie liet aanzien. De nu inmiddels ter inzage gegeven cijfers tonen aan, dat de werkelijke uitgaven voor het aantrekken van een nieuwe gemeentesecretaris niet minder dan f 46.075,bedroegen. Ten opzichte van het door de raad beschikbaar gestelde krediet ad f 22.500,- betekent dat een overschrijding met bijna 105%. Dit is des te wranger nu uiteindelijk toch de vacature voor een gemeentesecretaris is opgevuld door een interne funktiewisseling binnen het bestaande apparaat. Ook in dit geval van geldverspilling heeft de belasting betaler het nakijken, want gedane zaken nemen geen keer. Maar een gewaarschuwde burger telt voor twee en daarom is het van belang dit voorbeeld van een financieel wanbeleid onder de aandacht te brengen van allen die het aangaat en zeker van degenen die volgend jaar maart in het stemhokje ook dit beleid kunnen meewegen bij het uitbrengen van hun stem. 002 In de begroting voor 1994 wordt thans nog steeds rekening gehouden met de personeelskosten van een ambtenaar die in feite niet meer voor onze gemeente werkzaamheden verricht doch wiens dienstverband kennelijk ook niet beëindigd kan worden. Deze nasleep van de reorganisatie moet ook gezien worden als een gevolg van een falend personeelsbeleid van het college van burgemeester en wethouders. Het besluit van het college om af te zien van een evalua tie van de huidige organisatie van de secretarie kan niet anders gezien worden dan als een manoeuvre om een oordeel van deze raad over deze zaak te ontlopen. Een verwijzing - door het college - naar de gemeentelijke herindeling is in dit verband misplaatst want die herin deling laat nog minstens twee en wellicht wel meer jaren op zich wachten en bovendien is het niet de bedoeling dat er daarna geen ambtelijke organisatie meer nodig is in de nieuw te vormen gemeente, waar de onze deel van uitmaakt. Ook het aanwijzen van de gemeentelijke herindeling als de enige oorzaak van het moeilijk kunnen vervullen van enige vakatures getuigt van onvoldoende inzicht van het college in de feitelijke problematiek zoals die helaas nog steeds aanwezig is en welke het werkklimaat op ons gemeentehuis in zeer nadelige zin beïnvloed. Het niet willen inzien van die problematiek en de onmacht van de gemeenteraad om het college in deze te corrigeren verhoogt de werkdruk meer dan de invoering van de diverse nieuwe wettelijke regelingen.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 247