10 Juli 1994; Gedeputeerde Staten doen Provinciale Staten voorstel tot vaststelling van de ontwerp-regeling en zenden hiervan een afschrift aan de gemeenteraden en de Minister. In september 1994; Provinciale Staten stellen de ontwerp-regeling binnen drie maanden vast. Dit is dan het eind van de provinciale fase binnen de procedure. De heer Bienefelt zegt dat het CDA zich kon vinden in de tekst. Tijdens de bespreking had het CDA een aantal zaken wat meer benadrukt. Onder meer was ook gevraagd aan het college om behoedzaam om te gaan met de zaken zoals zij lagen. Het CDA denkt dat dat uiteindelijk een verstandige zaak is geweest. Ter aanvulling en eventueel ter verduide lijking wil de heer Bienefelt nog het volgende zeggen. De CDA-fractie is nog steeds van mening dat het toevoegen van Klundert met industrie terrein aan de drie gemeenten, een doel is waarnaar gestreefd moet worden. Zij hebben op 5 november kunnen horen dat er binnen provincia le Staten een groot aantal voorstanders van deze optie is. De CDA- fractie is van mening dat op die manier de Noord-Westhoek van Noord- Brabant het best bestuurd kan worden. Het CDA verzoekt dan ook het college om in voorkomende gevallen aan dit streven invulling te geven. Tevens doet de heer Bienefelt het verzoek aan het college om verdere opties met andere gemeenten eerst dan in behandeling te nemen als er nader overleg met de gemeenteraad van Fijnaart en Heijningen heeft plaatsgevonden. De heer Van de Merbel beschouwt de zojuist door de voorzitter voorge lezen mededelingen als mosterd na de maaltijd. Op dit moment wil hij dan ook niet inhoudelijk ingaan op deze achterafpraatwelke eigenlijk alleen maar bedoeld is om recht te praten wat twee weken geleden krom is gegaan. Op het onderwerp zelf zal hij zo mogelijk nog wel terug komen nadat het verslag van de besloten raadsbijeenkomst voor de raadsleden beschikbaar is gekomen en nadat hij schriftelijk antwoord heeft ontvangen op de op 5 november jongstleden ingediende raadsvragen over de herindeling. De heer De Vos zegt dat ook zijn fractie zich kan vinden in de reactie van het college. Tijdens de informele bijeenkomst is reeds gezegd dat er op zich geen bezwaar bestaat tegen het feit dat meerdere buurge meenten zich vrijwillig willen aansluiten bij de nieuw te vormen gemeente Fijnaart. Waar de P.v.d.A. zeker geen voorstander van is is dat het college van B. en W. de boer op gaat om te proberen om meerdere gemeenten daarbij te betrekken. Het initiatief zal ten alle tijde moeten komen van de andere gemeenten. Het college zegt dat G.S. er vanuit gaan dat de drie gemeenten zoals nu voorgesteld samen voldoende bestuurlijke kracht hebben om de gemeente te besturen. Dat kan naar het oordeel van de heer De Vos een juiste inschatting zijn. Daarbij moet de gemeente Fijnaart het laten. Mochten er nog een of meerdere gemeenten zijn die zich willen aanslui ten, dan zijn zij van harte welkom maar het moet van hun komen en niet van ons, aldus de heer De Vos. Mochten er toch gesprekken gaan plaats vinden dan sluit hij zich aan bij collega Bienefelt. Dan wil ook de P.v.d.A. op de hoogte gehouden worden op zo kort mogelijke termijn. De heer Van der Werf zegt dat ook Gemeentebelangen zich kan vinden in het onderhavige stuk. Het is natuurlijk zo dat bij de opstelling van dit stuk er wat water bij de wijn is gedaan. Overigens is Gemeentebe langen ook van mening dat de gemeente niet zelf de boer op moet om

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 228