2 tijd om de mest onder te werken niet akkoord kan gaan met een eventu eel door te voeren wijziging. In die zin mag de verslaglegging worden uitgelegd Zonder verdere op- of aanmerkingen worden vervolgens de notulen, onder dankzegging aan de maker, vastgesteld. 03Ingekomen stukken en mededelingen. De ingekomen stukken 1 tot en met 5 worden voor kennisgeving aangeno men. De ingekomen stukken nrs6 en 7 worden eveneens voor kennisgeving aangenomen. De voorzitter licht deze twee stukken als volgt toe. Conform het raadsbesluit van 16 februari 1989, is de gewestraad bevoegd tot het aangaan van deze waakvlamovereenkomst waarbij het college opmerkt geheel achter dit besluit te staan. Indien nodig zal te zijner tijd de raad een begrotingswijziging worden voorgelegd. Ten aanzien van ingekomen stuk nr. 8 (Schrijven actiegroep "Beter Mestbeleid" d.d. 22 oktober 1993) reageert de heer Bienefelt als volgt. Het CDA heeft het concept-antwoord doorgenomen en is van mening dat dat enige aanpassing behoeft. Er wordt aangegeven dat het college alle begrip heeft voor de situatie van de agrariërs. Het CDA denkt dat dat niet integraal zo is. Dat wordt ook een beetje teruggevonden in de langdurige kwestie rondom het Buitengebied. In de notulen van de vorige vergadering is te lezen dat het CDA er een voorstander van is om de agrariër de gelegenheid te geven de mest binnen 6 uren onder te werken. Ook nu zou het CDA graag een toevoeging zien in de zin van de tijd. Het CDA denkt dat er al genoeg zwarte pieten bij de landbouwers terecht zijn gekomen en dat het goed is als er een aantal strengere maatregelen getroffen worden die met name voor het milieu goed zijn. Daar bij aan te tekenen dat een ondernemer de ruimte en de tijd krijgt om zijn zaken daarop in te richten. Daarvan wil het CDA graag iets terug zien in het antwoord van het college. De voorzitter kijkt naar de overige raadsleden om na te gaan wat zij vinden van deze aanpassing. Een en ander zou ook betekenen dat er vanuit het college richting Den Haag iets wordt ondernomen om het beleid bij te stellen. De heer Van der Werf merkt op dat hij daar geen bezwaar tegen heeft. Ook de WD heeft geen bezwaren. De heer Van de Merbel wil niet de indruk wekken alsof hij zich tegen de agrarische medeburgers wil uitspreken. Vooraleer hij nu met een tekst instemt die hij niet voor zich heeft wil hij het volgende voorstellen. De brief die nu wordt behandeld staat in feite te vroeg op deze agenda geplaatst. Hij is later ingekomen dan de sluitingstermijn van de ingekomen stukken toestaat. Nu er een wijziging wordt voorgesteld stelt hij voor dit schrijven de volgende vergadering opnieuw aan de orde te stellen met een aangepaste reactie van het college. De voorzitter concludeert dat dan het schrijven 9 december aanstaande opnieuw aan de orde komt. Hij wil nagaan of dan het schrijven in de tijd gezien nog relevant is zowel in de richting van de actiegroep als in de richting van Den Haag. Het CDA bij monde van de heer Bienefelt. is van mening dat het pro bleem structureel genoeg is om 9 december aanstaande af te wachten en kan daar mee in stemmen. De voorzitter stelt voor om ingekomen stuk nr. 8 opnieuw op te nemen op de lijst van ingekomen stukken van 9 december aanstaande.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 220