-9- Tot slot wenst de heer van de Merbel een stemverklaring af te leggen. Hij wil dit voorstel niet tegenhouden. Ten aanzien van het aan het college overlaten van de afhandelingsprocedure daar is hij niet voor. Hij is voor deze bestemmingsplanvoorbereiding, maar de afhandeling van de procedure daar is hij op tegen. In dit kader wil hij nog horen wanneer het plan is ingediend. De voorzitter zegt dat wanneer de heer van de Merbel zich vandaag gewend had tot de secretaris hij inmiddels die informatie al had gehad. De heer van de Merbel zegt dat de zaak compleet ter inzage had moeten liggen. De voorzitter zegt dat het voor de heer van de Merbel een kleine moeite zou zijn geweest om de secretaris te wijzen op het ontbreken van stukken die voor de raadsleden ter beoordeling van voorstellen relevant zijn. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten een bestemmingsplan voor te bereiden voor het perceel Kraaiendijk 17a. 08Voorstel tot 3e wijziging Algemene Plaatselijke Verordening. De heer Bienefelt zegt dat het een enkele keer gebeurt dat de verordening in zijn geheel wordt doorgelezen door een raadslid. Kennelijk is het zo dat in Nederland alles geregeld moet worden tot op de kubieke meter en daarnaast is het zo dat er nog steeds over het algemeen belang wordt gesproken. In de A.P.V. zijn een paar zaken aan de tijd onderhevig. Af en toe is het dus goed om na te gaan wat verouderd is en wat veranderd moet worden. Wat belangrijk is in de optiek van het CDA is na te gaan wat belangrijk is in de wijzigingen die het college voorstelt. Onder andere is dat artikel 18. Dit artikel handelt over stankoverlast door gebruik van dierlijke meststoffen Het CDA heeft er best begrip voor dat in dit opzicht een en ander geregeld moet worden. In de nu nog geldende A.P.V. had zijn fractie al de idee dat het erg strak was geregeld. Naar zijn oordeel gaat het te ver dat in een agrarische streek zo strak de regels worden aangetrokken zoals in artikel 18 lid b, nu wordt gedaan. In feite staat daar nu dat bij het uitrijden van de mest alles praktisch meteen wordt geïnjecteerd. In de geldende verordening stond nog dat de agrariër nog zes uur de tijd had om dat karwei te klaren. Wanneer een en ander wordt uitgevoerd zoals nu wordt voorgesteld gaat de gemeente nog verder dan de landelijke voorschriften. Het C.D.A. heeft daar eigenlijk geen behoefte aan. Het CDA ziet dus graag dat artikel 18.b, de ruimte laat om binnen zes uren de mest onder te werken. De voorzitter zegt dat artikel 18 overeenkomstig het model van de V.N.G. is. Over het algemeen worden deze model-verordeningen door de gemeenten exact zo overgenomen. Zij wil echter morgen na laten gaan hoe het exact zit met artikel 181b Wanneer het zo is dat het geen fout is van de V.N.G. vraagt zij de overige raadsleden of zij ermee akkoord kunnen gaan wanneer daar dan alsnog de aanvulling bij komt dat het binnen zes uren wordt ondergewerkt. De heer van de Merbel is van mening dat deze stankproblematiek al veel te lang speelt. Als de V.N.G. een model-regeling voorschrijft dan is hij er niet voor om daar vanaf te wijken. Sterker nog, wanneer de V.N.G. het niet expliciet zou voorschrijven zou hij er nog op tegen zijn. Hij vindt deze maatregel een verrijking van de A.P.V. Vervolgens wordt zonder hoofdelijke stemming en met inachtneming van de stemverklaring van de heer van de Merbel, besloten de 3e wijziging van de A.P.V. vast te stellen. Ten aanzien van artikel 18.1.3. wordt alsnog

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 211