- 20 -
Vervolgens zegt hij dat in de Juliana van Stolbergstraat dagelijks nogal
wat mensen bij elkaar komen om met elkaar te buurten. Er staan daar twee
zitbanken, die echter nogal behoorlijk ver van elkaar af staan. Om te
buurten moet je een beetje dichter bij elkaar kunnen zitten. Hij vraagt
derhalve of het mogelijk is daar een bankje bij te zetten en het andere
bankje dichter bij te zetten. Het zal zijns inziens duidelijk in een be
hoefte voorzien.
Met betrekking tot de reactie van het college op zijn raadsvragen naar
aanleiding van een brief van de jongerenbegeleidingsgroep zegt hij dat op
zijn eerste vraag werd geantwoord, dat de secretaris vergeten was om die
brief op 27 mei op de lijst van ingekomen stukken te plaatsen. Hij heeft
echter begrepen dat die brief juist door toedoen van de raadsvoorzitter
niet op de lijst van ingekomen stukken is geplaatst. Ook het antwoord op
zijn tweede vraag is zijns inziens wat bezijden de waarheid. Toen hij op
24 juni alsnog over de bewuste brief wilde spreken, heeft de raadsvoor
zitter hem het woord ontnomen nog voordat de raad over het voorstel ge
stemd had. De voorzitter zat op dat moment al driftig aan de touwtjes te
trekken, maar geknikt had men nog niet. Wanneer het college dan schrijft
dat hij buiten de orde was, ervaart hij dat toch wel als een wat valse
weergave van de feiten. Het antwoord van het college op zijn derde vraag
is volgens hem feitelijk nietszeggend en niet voldoende en dus ook niet
naar genoegen.
Ten aanzien van de perspublikaties over een malafide bedrijf deelt de
Voorzitter mede, dat het college hierover een advocaat geraadpleegd heeft,
die het college - in het belang van de zaak - heeft ontraden in de open
baarheid over deze zaak mededelingen te doen. De gemeente is inderdaad de
dupe geworden van een malafide advertentiebedrijf, maar in het belang van
de zaak zegt zij nogmaals dat hierover beter geen mededelingen gedaan kun
nen worden, ook niet over de hoogte van het uiteindelijke bedrag. Niet al
leen deze gemeente is de dupe geworden, nog meer gemeenten en ook nog meer
bedrijven, zoals AKZO.
Wethouder De Jong merkt op het prettig te vinden dat de heer Van de Merbel
heeft gesignaleerd dat er gebruik gemaakt wordt van de zitbanken in de
Juliana van Stolbergstraat. Die bankjes staan op diverse plaatsen in de
gemeente. Bekeken moet worden hoe dit het best kan worden aangepakt.
In antwoord op de vragen met betrekking tot de kwestie met de jongeren-
begeleidingsgroep deelt de secretaris mede, dat het inderdaad gegaan is,
zoals in de brief van het college vermeld staat. Eind mei zegt hij met va
kantie te zijn gegaan en waarschijnlijk is daardoor vergeten bij de over
dracht van de stukken dit stuk mee te nemen. Niet meer en niet minder dan
gewoon vergeten. Door de opmerking van de heer Van de Merbel kon men dit
rechttrekken en daardoor is het stuk alsnog de maand daarop op de lijst
van ingekomen stukken geplaatst.
Op vraag 3 antwoordt wethouder Nijhoff dat hij kort kan zijn, omdat er
staat zoals het er staat en de heer Van de Merbel kan ervan denken wat hij
wil, maar er is een gesprek geweest met het bestuur van de Markenlanden en
daar is nog geen antwoord op ontvangen. Zij zullen een voorstel doen en
dat is nog niet binnen. Het is niet zoals de heer Van de Merbel denkt, dat
het geen antwoord is. Met betrekking tot de opmerking van de heer Van de
Merbel over de valse weergave, merkt hij op, dat men er allen bij heeft
gezeten hoe dat is gegaan, namelijk de brief in handen stellen van het
college
De heer Van de Merbel zegt de afspraak die het college met de advocaat
heeft gemaakt te respecteren. Destijds heeft hij in de krant wel gelezen
dat het college toen wel mededeelzaamheid betrachtte. Toen werd in ieder
geval de mededeling gedaan, dat het om enkele duizenden guldens ging. Het
kan zijn, dat toen nog niet die afspraak met die advocaat was gemaakt,
zegt hij, waarop de Voorzitter zegt dat dat klopt.