- 10 - Het college hoopt in de toekomst - in 1995 of 1996 - misschien wat revenuen terug krijgen, zoals in het voorstel staat vermeld, maar dat alles staat op zeer wankele basis. De f. 11.500,-- is het laatste wat bovenop de f. 580.000,-- destijds in de tachtiger jaren moet worden betaald. Het voorstel tot contractbeëindiging met Heeren Vuilverbranding Roosendaal b.v. en de hieruit voortvloeiende kosten ad f. 11.483,-- te dekken uit de post "onvoorzien" wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen en de begroting wordt dienovereenkomstig gewijzigd. 11Voorstel tot vaststelling van de tussentijdse wijziging G.U.P. Dit voorstel wordt zonder enige vorm van discussie en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 12Voorstel tot benoeming van een burgerlid in de commissie Onderwijs, Cul tuur, Sport en Welzijn. De Voorzitter verzoekt de bode de stembriefjes op te halen en vraagt vervolgens aan de heren Van der Spek en Laros of zij bereid zijn stemopnemingscommissie te zijn. De heer Van de Merbel geeft te kennen graag voorafgaand aan de stemming nog op te willen merken dat het voorstel in strijd is met de algemene commissieverordening. Het voorstel is opgesteld zonder dat de in de raad zitting hebbende fracties zijn geraadpleegd, zoals voorgeschreven in de algemene commissieverordening. Hij zegt eraan te hechten - vooral bij be noeming van mensen - dat dit op een zorgvuldige wijze gebeurt. De Voorzitter zegt, dat dit doelt op artikel 2 van de algemene commissie verordening, namelijk na het begin van een nieuwe zittingstermijn van de raad. Daarvan is nu geen sprake, dit is tussentijds. Bovendien is het zo, dat het college aan alle fractievoorzitters een brief heeft gezonden, waarin vooraf deze vacature werd aangekondigd. Het is gebruikelijk dat de vacature wordt opgevuld door de fractie, waaruit iemand vertrekt, in dit geval Gemeentebelangen. In strijd met de destijds gemaakte afspraken is in die brief ook gezegd, dat men met tegenkandidaten kon komen. Dit is tot op dit moment niet gebeurd. De heer Van de Merbel deelt de opvatting van de Voorzitter dat artikel 2 uitsluitend voorziet bij aanvang van een nieuwe zittingsperiode niet. Er staat vermeld: "alvorens het voorstel op te stellen, winnen burgemeester en wethouders de gevoelens in van de in de raad zitting hebbende fracties." Dat speelt dus zijns inziens bij een vacature. In weerwoord op de mededeling van de Voorzitter, dat de fractievoorzitters een briefje hebben gekregen, waarin onder andere de mogelijkheid geboden wordt tegenkandidaten aan te brengen, merkt hij op, dat dat briefje pas is verzonden nédat het voorstel al gedaan was. Hij heeft echt wel begrepen, dat dit briefje moet worden gezien als een tegemoetkoming aan zijn adres, hij is er het college zeer erkentelijk voor. Doch hij zegt dat het wel in strijd is met de regels. Hij zegt heel goed te beseffen dat er voor hem vanavond geen commissielid te halen valt, mocht dit de overweging geweest zijn van het college om hem ook een briefje te sturen voor een tegenkandidaat. Dat is niet reëel. De bestuurlijke verhoudingen liggen op het moment zo, dat daar geen ruimte voor is. De fractie Gemeentebelangen zit met twee mensen in die commissie, hij zit er met zijn fractie niet in. Die onevenredigheid wil men gewoon voortzetten en daar kan hij wel mee leven. Het college moet dan ook niet hypocriet gaan doen, door achteraf een briefje te sturen, waarvan het college weet, dat het geen enkel effect sorteert en tevens in strijd is met het reglement. Hij maakt hoogst ernstig bezwaar tegen het feit, dat op deze manier mensen in commissies terecht moeten komen; dat zijn die mensen niet waard.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 191