-17-
De heer van de Merbel heeft enkele vragen naar aanleiding van het
zogenaamde "uitlekken" van bepaalde notulen in december jl..
Ten eerste: Is er door de voorzitter of door het college besloten een
onderzoek te doen instellen naar het uitlekken van de notulen, zo neen,
waarom niet?
De heer Bienefelt wil iets aankaarten over het onderwerp herindeling.
Bekend is dat de trein rijdt en ook dat die iets dichterbij komt. Vanavond
is begrepen dat het geen vaart zal lopen met Steenbergen en Nieuw-
Vossemeer. Ook is bekend dat wellicht tot een stukje samenwerking gekomen
kan worden met gemeenten als Klundert. Daar is inmiddels wat
correspondentie over.
Daar de gemeente Klundert binnen het Stadsgewest Breda valt, loopt die
gemeente bij herindeling ook wat voorop bij Fijnaart. De heer Bienefelt
denkt dat het nu tijd wordt om ten aanzien van die situatie op korte
termijn als gemeenteraad bijeen te komen en zich te beraden en uit te
spreken over de herindeling. In het kort is dat gedaan naar aanleiding van
de vraag van Klundert. Naar zijn mening moet dat worden aangevuld zodat
het college precies weet wat te verwoorden als daarom gevraagd wordt.
Concreet dus de vraag of daar binnenkort over vergaderd kan worden.
De heer van den Baard vraagt of er al gesproken is met Rijkswaterstaat
over de verlichting bij de carpoolplaats aan de Parallelweg.
Vervolgens merkt hij op dat binnenkort binnen de bebouwde kom garageboxen
gaan verdwijnen. Het is misschien niet de taak van de gemeente om nieuwe
garageboxen te bouwen, maar misschien heeft de gemeente wel de morele
plicht om te zoeken naar een locatie waar die gebouwd kunnen worden. Zijn
daar misschien al plannen voor ontwikkeld.
De voorzitter zegt naar aanleiding van de vraag van de heer van de Merbel
het volgende.
Het is iedereen duidelijk waar het hier over gaat. Zij is de mening
toegedaan dat de raad zoveel zuiverend vermogen moet hebben dat de raad
onder elkaar maar uit moet zoeken wie dat heeft gedaan. Degene die dat
gedaan heeft moet dan maar een heer of een dame zijn, want zij wil niemand
uitsluiten.
Zij hoopt op het zuiverend vermogen van de raad, en het college deelt die
mening. Zij vindt dit voldoende antwoord op de vraag van de heer van de
Merbel
De heer van de Merbel had al wel gedacht dat daar geen onderzoek naar
ingesteld werd. Hij wil daar dan toch nog even iets op toelichten.
Via een van de dagbladen heeft een collega-raadslid verklaard dat hij de
heer van de Merbel ervan verdenkt de dader te zijn van het uitlekken.
Deze verklaring zou voor de voorzitter een extra reden moeten vormen om
juist nu een onderzoek te laten instellen naar de ware feiten. Nu zij dat
kennelijk niet doet wekt zij daarmee de indruk dat ze de echte dader of
daderes liever niet bekend wil laten worden. In dat geval moet hij echter
mededelen dat hij er weinig voor voelt om in dit brave gezelschap de rol
van zondebok op zich te nemen. Wanneer er vanavond niet alsnog wordt
toegezegd dat er een onderzoek wordt ingesteld naar de dader of daderes
dan zal dat verstrekkende consequenties hebben voor het raadswerk in de
komende tijd.
De voorzitter zegt dat men dan vanavond misschien al een voorproefje heeft
gehad van die consequenties.
Zij zegt dat er straks misschien in beslotenheid gesproken kan worden over
deze zaak, daar heeft zij geen moeite mee. Zelf heeft zij daar geen enkele
behoefte aan omdat eenieder weet dat wanneer iemand iets uit laat lekken
en dat achter de kiezen wil houden, hij of zij daar anderen mee belast.
Tenzij de voltallige raad in unanimiteit zou vragen om een onderzoek, maar
onderzoeken hebben in de gemeente Fijnaart en Heijningen geen zin wanneer
er gelogen wordt alsof het gedrukt staat.