- 5 - De reactie van collega Van der Spek op zijn inbreng heeft hem niet verbaasd, omdat de fractie van de heer Van der Spek nooit zo heel erg geporteerd geweest is voor de belbus in Heijningen. Toen dit in februari of in maart in de raad speelde, was ondermeer de fractie van de V.V.D. niet bereid om de belbus in Heijningen op de oude voet voort te zetten. Pas toen men uit Heijningen massaal de moeite nam om hier op de tribune te pleiten voor de belbus, was de fractie van de heer Van der Spek - net zo goed als alle andere fracties - ineens bereid de zaak direct op te lossen. Hij kan zich de reactie van de heer Van der Spek echter wel indenken. Hij meent ook niet gezegd te hebben dat het college bewust wacht tot na de gemeenteraadsverkiezingen, alleen heeft hij bepaalde indrukken en aanwijzingen"en als ik die heb..." Hierop interrumpeert de Voorzitter hem en maant dat hij niet insinuerend bezig moet zijn, waarop de heer Van de Merbel meent niet te insinueren, maar misschien wel een beetje suggestief te zijn geweest, het politieke bestaan zit zijns inziens ook wel een beetje suggestief in elkaar. Als hij het doet, moet men dat weieens accepteren, zegt hij; de Voorzitter doet het zelf ook weieens. De heer Bienefelt zegt dat zijn fractie de mening is toegedaan, dat de heer Van de Merbel op dit onderwerp als een soort campagneredevoering pro beert in te steken. Zijn fractie vindt dat niet zo geweldig. De hele raad spant zich zijns inziens integraal in zowel voor Fijnaart als voor Heijningen. Hij zou daarnaast nog graag willen horen of het meeste geld van het vorige krediet in feite nog steeds in kas zit, dit ter geruststel ling van degene, die misschien thuis al aan een nieuw voorstel zit te wer ken, om het krediet weer wat verder op te fokken. Hij wenst dus graag de informatie dat, als er weinig gebruik gemaakt is van die belbus, het meeste geld nog beschikbaar is, teneinde die termijn tot volgend jaar redelijk zonder zorgen tegemoet te kunnen zien. De opmerking van de heer Van der Werf, dat men er in januari toch aan moet beginnen, acht de Voorzitter vanzelfsprekend. Door de heer Haverkamp werd in eerste termijn ook aangehaald dat begin volgend jaar geëvalueerd moest worden. De heer Van de Merbel haalde aan, dat als men een periode stelt van een half jaar, dat dat meestal uitloopt; zo is dat haars inziens met alles. Dat zijn de wetmatigheden van het leven. Als men er in januari aan begint, zal er zeker in mei een voorstel liggen. Met betrekking tot het gestelde door de heer Van de Merbel.dat van een ei genlijk onderzoek geen sprake is, merkt zij op, dat destijds met behulp van de Heijningers een enquête is gehouden, waaruit het reizigersaanbod bleek. Zij vindt het niet nodig tweemaal per jaar een dergelijke enquête te houden. De enquête lag er; het reizigersaanbod lag er; er zijn allerlei zaken aan de orde en op gang om eventueel met taxi's vanuit Oud-Gastel in de avonduren te gaan rijden naar Fijnaart (men noemt dat regio-taxi's). Dit betreft een heel nieuw beleid, dat door de B.B.A. ontwikkeld moet wor den, en het heeft weinig zin hier nu al in te wroeten, omdat de B.B.A. zijn onderzoek nog niet heeft afgerond. De manier waarop de heer Van de Merbel heeft gereageerd op de woorden van de heer Van der Spek in eerste termijn, doet hem geen recht. De heer Van de Merbel laat het voorkomen alsof de V.V.D. een tegenstander zou zijn van de belbus, door op te merken dat hij in eerste instantie al niet zo geporteerd was. De raad had er in derdaad in eerste instantie anders op gereageerd. Men is op die zaken te ruggekomen, inclusief de V.V.D. Zij vindt het dan ook niet gepast als men elkaar op deze wijze toespreekt. Op de vraag van de heer Bienefelt of er voldoende geld is, zegt zij dat het college verwacht met het restant van het krediet en het aanvullende krediet - als er zich geen gekke dingen voordoen - tot mei de regeling voort te kunnen zetten, zoals die momenteel geldt.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 185