-11- Vervolgens roept de heer Breure zijn collega-raadsleden op om goed te den ken alvorens over te gaan tot stemmen. De raad gaat een besluit nemen over de producenten van het dagelijkse voedselpakket. Tot slot merkt de heer Breure op: "Tegenslagen daar slaan wij ons wel doorheen, maar tegenwer king, daar is niet tegen te werken." De heer Bienefelt zegt dat ondanks het feit, dat de vakanties begonnen zijn, het niet direct een avond is om vrolijk van te worden. Dat ligt ook een beetje aan de onderwerpen die vanavond passeren. Sinds vorig jaar augustus heeft de raad met een zekere regelmaat te maken gehad met het verschijnsel bestemmingsplan Buitengebied, en de partiële herziening daarvan. Als je dan in eerste instantie probeerde erachter te komen wat partieel was, dan bleek dat indringend te zijn en niet wat het suggereert te zijn, een stukje. Daarnaast was er een kenmerk dat het tijdelijk was, maar van alle kanten bekeken zou het best wel eens zo kunnen zijn dat je er nog vijf jaar mee moet doen. Dat betekent dat je met zo'n plan heel secuur om moet springen. De CDA-fractie heeft plan 1 zoals het in augustus 1992 werd aangeboden, als ronduit slecht beoordeeld. Dat kwam omdat er sprake was van willekeur en omdat er sprake was van niet creatief kunnen opereren van een aantal agrariërs. Aansluitend heeft de raad kunnen horen en kunnen lezen hoe een en ander in elkaar zat middels bezwaarschriften. Daarnaast heeft het CDA natuurlijk ook met een aantal agrariërs gesproken en het CDA had het idee redelijk goed te weten hoe een en ander in elkaar stak. Dat betekent dat als het in een bepaalde tak van industrie slecht gaat, men de neiging heeft om door middel van creativiteit de boterham te blijven verdienen en perspectief te houden voor de toekomst. Het CDA vindt dat dat beloond moet worden en dat dat aangemoedigd moet worden. Wanneer dan gekeken wordt naar de eerste drie versies van dat partiële herzieningsplan dan kan het CDA zich daar in het geheel niet in vinden. De fractie heeft nog nooit meege maakt dat er vier keer een poging gedaan moest worden om een plan verandering van dien aard er door te krijgen. De heer Bienefelt denkt dat dat een hele slechte zaak is en dat dat in feite een afgang is. Het CDA vindt dat degene die met de plannen komt zijn radio af moet stemmen op degenen die daar input voor moeten geven. Dat zijn degenen die dagelijks daar werken en dat zijn afgevaardigden via de organisaties. Mocht de radio aangestaan hebben, dan denkt het CDA dat er een andere golflengte op heeft gestaan. Zij denken dat dit soort zaken in de toekomst op een andere, een meer democratische manier, moet geschieden, omdat op deze manier een behoorlijke hoeveelheid energie en geld verspild is. Als inhoudelijk gekeken wordt naar de versie nummer 4 zoals die in juni is aangeboden en waarover op 5 juli in de commissie R.O. is gesproken dan heeft het CDA het idee gekregen dat aan de bezwaren van de agrariërs, eerste ronde 66, tweede ronde 46, dat daar pas in de vierde versie iets mee gedaan is en dan bedoelt hij door de portefeuillehouder en daarnaast via de input van de P.P.C. Op zich vindt het CDA dat te betreuren. Wanneer plan 4 nu goed bekeken wordt en inhoudelijk wordt waargenomen dat die zaken die de agrariërs in eerste instantie bezwaarden, in de vierde versie voor het allegrootste gedeelte zijn ingevuld. Het CDA vindt dat het uitgangspunt om tot een stuk aanvullende regelgeving te komen, ook in Fijnaart en Heijningen, dat dat een legale en dus een redelijke grond is. Men kan zich niet veroorloven, ook niet in Fijnaart en Heijningen, alles los te laten. Dat veroorzaakt namelijk evengoed een willekeur. De heer Bienefelt denkt dat de burgerij en ook niet de agrariërs ermee gediend zijn en hij meent dat ook geconstateerd te hebben in de gesprekken die daaromtrent zijn gevoerd. In de commissie ruimtelijke ordening heeft hij reeds het standpunt van de CDA fractie weergegeve.n hij heeft daar beweerd dat het CDA bij zichzelf te biecht is geweest, maar ook dat er gesproken is met de landbouw- afgevaardigden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 162