-25- Vragenhalfuurtje na raadsvergadering van 24 juni 1993. De Voorzitter krijgt een schriftelijk verzoek overhandigd van de heer F. Brou wers. Zij leest de inhoud voor: "Voorzitter, leden van de raad, graag wil ik van de raad een uitspraak omtrent het inzien, voor alle burgers van de raadsstukken, zoals gezien door alle raadsleden. Vraag 1. Kunnen voortaan, gezien de Wet Openbaarheid van Bestuur, alle stukken ook degene die de raadsleden lezen, voor de burgers ter inzage worden gelegd? Vraag 2. Overal in alle gemeenten en omliggende gemeente zijn de besluiten lijsten van het college van B. en W. openbaar. Hier in de gemeente Fijnaart en Heijningen nog steeds niet. Wil Uw raad alsnog deze stukken in de openbaarheid brengen? Zoniet waarom niet? Graag van alle fracties hu antwoord. Met vriendelijke groeten, Ferry Brouwers, D66, afdeling Fijnaart en Heijningen." De Voorzitter legt nog even de procedure uit, zij vermeldt daarbij dat het college niet reageert op deze vragen. De fracties kunnen hierop reageren als ze willen, doch ook niet reageren is toegestaan. De heer De Vos merkt op dat de Wet Openbaarheid van Bestuur alles regelt wat al dan niet openbaar is. Stukken die volgens deze wet openbaar zijn kunnen zijns inziens zonder meer worden ingezien. In deze wet is ook bepaald, dat dit door degene die dat wil vantevoren moet worden aangevraagd. De wet bepaalt welke stukken ervoor in aanmerking komen, zo zijn ambtelijke nota's in geen geval openbaar Hierop deelt de Voorzitter mede, dat dit een vrij technisch verhaal betreft. Wil men daar een goed antwoord op geven, dan moet je dat met de Wet ernaast doen. Hier kan niet zomaar, uit de losse pols antwoord op gegeven worden. Met betrekking tot de tweede vraag, deelt de heer De Vos mede, te betwijfelen of in de omliggende gemeenten de besluitenlijsten van burgemeester en wethouders wel openbaar zijn. De raad heeft wel inzage in deze lijsten en hij zegt, dat daar nogal wat privégevoelige informatie in staat. Hij denkt dat het geen goede zaak als die besluitenlijsten in de openbaarheid worden gebracht. Met betrekking tot de eerste vraag merkt de heer Van de Merbel op, niet direct te kunnen zeggen dat dat zonder meer kan. Hij zou deze vraag graag door willen spelen richting college om daarnaar onderzoek te doen. Op zichzelf vindt hij het namelijk wel een goede zaak, wanneer belangstellende burgers zoveel mogelijk in zage kunnen krijgen in stukken waarover besloten wordt in de raad. Daarmee wordt het voor de burger wellicht wat begrijpelijker wat hier gebeurt en het sluit he lemaal aan bij zijn herhaalde pogingen om de openbaarheid van het bestuur beter tot zijn recht te laten komen in deze gemeente. Met betrekking tot de tweede vraag wil hij voorop stellen dat in de originele lijsten de privacy- gevoelige zaken voor de raad ook worden weggelakt. Dat het in alle gemeenten wel het ge val zou zijn, kan hij zich moeilijk indenken, maar dat het in omliggende gemeen ten gebeurt weet ook hij. Ook op dit punt zou hij graag zien, dat daar zo veel mogelijk aan tegemoetgekomen wordt. Hij heeft er in beginsel geen moeite mee, doch vindt het wel vanzelfsprekend, dat de echt privacygevoelige zaken er wor den uitgelicht. Hij is bang dat men dan op voorhand al gauw geneigd zal zijn iets privacygevoelig te noemen en dan komt men als burger nog niets te weten. Hij hoopt dat zijn visie in de kwestie van openbaarheid van bestuur richting de heer Brouwers voldoende is verduidelijkt. De heer Van der Spek zou het college willen voorstellen de vragen van de heer Brouwers intern te toetsen aan de Wet Openbaarheid van Bestuur en afhankelijk van die bevindingen daarop antwoord te geven. Richting heer Brouwers deelt hij voorts mede, dat - mocht je de besluitenlijsten van het college ooit inzien - je er toch niet veel wijzer van wordt door de manier waarop zaken daarin beschreven staan. De heer Bienefelt merkt met betrekking tot de opmerkingen die steeds gemaakt worden over de openbaarheid op, dat het voor sommige mensen veelal aangehaalde gemis hiervan buitengewoon wordt overdreven. Zijns inziens kunnen de burgers bij

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 150