-13-
De heer van de Merbel zegt dat de brief van de heer Meeuwisse waar het hem
betreft niet zoveel nieuw licht werpt op de zaak. Hij begrijpt alleen dat
de heer Meeuwisse nu eieren voor zijn geld kiest en dat lag ook een beetje
in de lijn der verwachting.
Dinsdag jongstleden heeft een van de ambtenaren de heer van de Merbel, in
persoonlijke opdracht van de burgemeester, inzage geweigerd van het
dossier inzake deze kwestie. Gisteren heeft de heer van de Merbel door
tussenkomst van de gemeentesecretaris een gedeelte van het dossier alsnog
kunnen inzien. In dat dossier ontbraken echter wel een of meer ambtelijke
adviezen waarvan de heer van de Merbel toch moet aannemen dat die er wel
zullen zijn.
Hij heeft dus als raadslid geen inzage gekregen in alle relevante
documenten. Hij beschouwt dit als een ernstige tekortkoming van de zijde
van het college en zal daar in een later stadium bij gelegenheid zeker nog
op terug komen.
In het dossier heeft hij wel aangetroffen een brief van aanvrager van 7
december 1992. Aanvrager laat daarin weten dat hij akkoord gaat met een
bestemmingsplanwijziging van zijn perceel. In dat schrijven wordt door
aanvrager tevens verwezen naar een afspraak met de heer J. Evers. De heer
van de Merbel neemt maar aan dat het hier het raadslid Evers betreft en
niet een nieuwe ambtenaar op de afdeling grondzaken. Naar aanleiding van
het raadsvoorstel waarin sprake is van een bijgebouw met een oppervlakte
van nog slechts 80 m2heeft hij nog de volgende vragen.
Ten eerste: De aanvrage om bouwvergunning is reeds door het college
ontvangen op 17 maart 1992. Dat is zo'n 10 maanden geleden.
Waarom komt het college nu pas met dit voorstel naar de raad?
Ten tweede: Welke is de afspraak waarnaar door de aanvrager in diens brief
van 7 december 1992 wordt verwezen. Wat houdt die afspraak dus feitelijk
in?
Ten derde: Welke rechtskracht heeft een afspraak van een raadslid met een
burger wanneer het gaat om een bouwvergunning. Een bouwvergunning welke
toch altijd door het college van b. en w. wordt verleend en niet door
individuele raadsleden.
Ten vierde: Waarom komt het college de aanvrager niet tegemoet door zijn
aanvraag voor een bouwwerk van 96 m2 in procedure te brengen? Dat was het
oorspronkelijke plan en daar was hij eigenlijk al mee begonnen. Wat is nu
de feitelijke reden dat er 16 m2 wordt afgeknabbeld van dat bouwplan.
Ten vijfde: Is er met de provincie reeds kontakt geweest over hun
medewerking aan de op te starten vrijstellingsprocedure?
Ten zesde: Hoeveel bedragen naar raming de extra kosten van deze
vrijstellingprocedure en voor wiens rekening zijn die kosten? Is
belanghebbende op de hoogte gesteld van die extra kosten?
De voorzitter zegt in antwoord op hetgeen door de heer van der Spek naar
voren is gebracht dat het niet aangaat om de hele geschiedenis op te
rakelen wat de heer van de Merbel dus wel doet.
Het is algemeen bekend dat de provincie enorm streng is op het gedogen van
bouwwerken. Alle burgemeesters hebben van de commissaris van de Koningin
een schrijven ontvangen waarin heel duidelijk gesteld wordt dat op die
zaken gelet moet worden en zo er zaken gedaan moeten worden, dan volgens
de correcte procedures.
Dit is nou typisch zo'n voorbeeld van hoe zo'n zaak aangepakt moet worden.
Daar komt nog bij en dat is uitgezocht door de jurist bij de gemeente
wiens naam overigens door de heer van de Merbel werd genoemd, evenals zijn
functie
De heer van de Merbel zegt bij interruptie dat door hem noch naam noch
functie zijn genoemd. Bovendien heeft hij alleen gezegd dat een van de
ambtenaren ter secretarie