-22- De heer De Vos zegt dat zijn vraag reeds op papier in handen van het col lege gesteld is. Het heeft betrekking op het rondschrijven van het college naar aanleiding van de afvalbakken, welk rondschrijven niet meer overal wordt bezorgd in verband met de aanwezigheid van brievenbusstickers. Het anwoord van het college lag ter inzage, desondanks blijft het zijns in ziens een probleem. Het is voor hem geen aanleiding om de brievenbus sticker te verwijderen, want het aantal kilo's oud papier, dat wekelijks wordt binnengegooid is aanzienlijk verminderd en dat wenst hij wel zo te houden. Hij wil het college er op wijzen, dat het aankondigen via de Niervaertpost op hetzelfde probleem stuit. Hij moet er zijn gedachten nog- eens over laten gaan om een treffende oplossing te vinden. Mevrouw Oostdijck maakt ook van de gelegenheid gebruik nog even de brief van mevrouw Traets over de aanleg van het speelterreintje aan de orde te stellen. Zij zegt ter plaatse de zaak te hebben bekeken en vraagt de wet houder met mevrouw Traets en andere belanghebbenden eens rond de tafel te gaan zitten teneinde de zaak te bespreken. Met betrekking tot de door de heer Van de Merbel aangehaalde beslotenheid van vergaderingen in 1993, vraagt zij zich af waar hij op doelt. Haar fractie acht daar niks mis mee. Met betrekking tot het borstkankeronderzoek zegt wethouder Nijhoff dat in een brief richting Streekgewest een opmerking dienaangaande is gemaakt. Overigens deelt hij mede in de raad als antwoord te hebben gegeven, dat de gemeente alleen hier weinig mee kan, omdat het door het Streekgewest moet worden opgezet. Deze gemeente heeft gekozen voor Rotterdam, hetgeen in houdt dat het hier later is dan bij het Stadsgewest. De gemeente kan niet meer doen dan het onder aandacht brengen van het Streekgewest. Men moet niet de illusie hebben in Fijnaart, dat men hier alleen een onderzoek kan opstarten Met betrekking tot het door meerdere fracties aangekaarte speelterrein deelt hij mede, dat er wel degelijk overleg heeft plaatsgevonden. Hij is van mening, dat er goede afspraken over gemaakt zijn, doch degenen met wie die afspraken zijn gemaakt hebben die echter anders geïnterpreteerd. De mensen hebben toen een brief aan de raad gericht. Formeel moet die in juli beantwoord worden, omdat hij in juni is ontvangen. Hij wenst nu toch wel al mee te delen er druk mee bezig te zijn. In antwoord op de vraag van de heer Van der Werf of de grote jeugd de kleintjes zal verdrijven zegt hij dat het probleem niet zo simpel is als het lijkt. Hij acht het zinvol in wat breder verband met de omwonenden overleg te voeren om een overall-visie te verkrijgen. Wat betreft de af stand van het speelveldje tot de woningen zegt hij dat dit in het totaal- onderzoek wordt meegenomen. Voor wat betreft de aansprakelijkheid zegt hij dat degene die de bal trapt voor de kosten opdraait. De heer Breure deelt met betrekking tot de speelveldjes nog even mee, dat dit in de commissie O.C.S.W. ook is behandeld en dat hij daar ter vergade ring heeft gezegd, dat er met name in Heijningen grote behoefte aan is. Daar is verder niks mee gedaan. Nu komt er in Fijnaart misschien weer een speelveldje bijwaarop hij wil voorstellen eerst Heijningen eens aan de beurt te laten. Na overleg met de portefeuillehouder deelt de Voorzitter mede, dat zij een hele leuke brief heeft gehad van een meisje van een jaar of twaalf uit Heijningen dienaangaande. Zij wil dit meisje met enkele anderen uitnodi gen voor een gesprek op het gemeentehuis, omdat het meisje vindt dat er voor de kleintjes wel wat is, maar niet voor de twaalfjarigen. Hiermee wenst spreekster toch aan te duiden dat aan Heijningen wel degelijk aan dacht wordt besteed. Wethouder Nijhoff zegt dat er in Heijningen twee speelplaatsjes zijn, één in de Polderstraat, de andere in de DeventerstraatEr is zelfs ooit eens een initiatief geweest van de bewoners om er zélf een speeltuintje aan te

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 147