-12-
Na ongeveer 15 minuten heropent de Voorzitter de vergadering. Na overleg
met de fractie en het sectorhoofd middelen deelt zij mede, dat wethouder
De Jong nog even de gelegenheid krijgt wat te zeggen, waarna - en hiervoor
zal de raad, geheel volgens het reglement van orde, zijn goedkeuring moe
ten geven - overgegaan kan worden tot behandeling van het agendapunt in
derde termijn. Zij acht dit onderwerp belangrijk genoeg. Er staan 39 ar
beidsplaatsen binnen deze gemeente op de tocht, misschien niet direct na
vanavond, maar dan toch op termijn.
Gezien de discussie die over dit onderwerp tot nu toe gevoerd is, denkt
wethouder De Jong dat het goed is om eventjes een aantal dingen duidelijk
te stellen. Allereerst, hetgeen wethouder Nijhoff al memoreerde, dat dit
een operatie betreft, waarbij een aantal kosten op de gemeente afgewenteld
worden. Daarnaast staat in het eerste voorstel, dat als een tariefsver
hoging van f. 7,50 naar f. 8,50 geaccepteerd wordt, dit een onomkeerbare
zaak is. Dit kan nooit meer verrekend worden. Daarentegen is daar de aan
vullende reactie, waarin melding wordt gemaakt van een bijdrage van de
gemeente, waarbij, mocht daarbij van een overschot sprake zijn, dan kan
dat naderhand wèl verrekend, dus terugbetaald, worden. Het Werk
voorzieningsschap heeft nameijk ook een aantal rechten en plichten en één
daarvan is dat bij laatstbedoelde bijdragen de overschotten verrekend moe
ten worden, terwijl dat bij het uur-tarief duidelijk niet zo is. Het lijkt
hem alleszins zinvol het voorstel van de heer Van der Spek goed op zich in
te laten werken: accoord te gaan met het eerste voorstel en in te stemmen
met de aanvullende reactie en daarbij uitdrukkelijk te stellen dat het
geldt voor het jaar 1994 en dan via een werkgroep binnen het algemeen be
stuur van het Werkvoorzieningsschap richting V.N.G. eens te bekijken of er
niet een andere methodiek is te vinden om die onrechtvaardige manier aan
de kaak te stellen. Dat zou een goede zaak zijn.
Volgens de heer De Vos wordt het toch nog duidelijk. Met het voorstel van
de heer Van der Spek, zoals dat is verwoord door wethouder De Jong kan hij
instemmen. Spreker zou er nog een voorwaarde aan willen koppelen, namelijk
dat, mocht er inderdaad sprake zijn van een exploitatie-overschot, dit dan
ook daadwerkelijk terugbetaald moet worden.
De heer Van der Werf deelt hierop mede, dat zijn fractie zich eveneens kan
vinden in het voorstel van de heer Van der Spek. Spreker wenst toch nog te
benadrukken, dat het inderdaad met de uitdrukkelijke voorwaarde is dat het
alleen geldt voor 1994 en dat als er een overschot is, dit daadwerkelijk
terugbetaald wordt.
De heer Van der Spek geeft te kennen blij te zijn met de instemming met
het tweede deel van zijn voorstel. Hij had eigenlijk liever gezien dat de
gemeente tegen het Werkvoorzieningsschap zou hebben gezegd: "Wij willen
nog een aantal weken respijt om het te onderzoeken". Dan gaat het Werk
voorzieningsschap maar een paar weken later naar de provincie met zijn be
groting. Maar als dat geen meerderheid in de raad krijgt, kan zijn fractie
wel instemmen met het voorstel, zoals dat door de wethouder op tafel is
gelegd.
Ook de C.D.A.-fractie heeft de schorsing gebruikt om nogeens uitgebreid
over deze zaak te discussiëren, aldus de heer Haverkamp. Zijn fractie rea
liseert zich terdege, dat gesproken wordt over 39 mensen, die toch finan
cieel niet de sterksten zijn binnen deze gemeente. Namens zijn fractie
deelt hij mede accoord te gaan met het tweede deel van het voorstel van de
heer Van der Spek. Eén punt wenst spreker hieraan graag toe te voegen, na
melijk dat zijn fractie het op prijs zou stellen, om in de commissie Fi
nanciën van 6 juli a.s. toch nog even te horen hoe de discussie bij het
Werkvoorzieningsschap is verlopen en wat de consequenties eventueel voor
deze gemeente zullen zijn.