-11-
Dat wij gezien de tijdspanne dit voorstel noodgedwongen moeten accepteren,
is zijns inziens het probleem van het Werkvoorzieningsschap en niet zozeer
van deze raad. Hij komt nog even terug op die concept-cijfers van 1992:
grote overschotten en dan nu ogenschijnlijk toenemende bestuurskosten. Aan
de loonkosten valt zijns inziens niet te ontkomen of je zou over moeten
gaan tot ontslag. Hij vindt dat de vertegenwoordiger van de gemeente zich
in het algemeen bestuur sterk moet maken dat overhead-, c.q.
bestuurskosten eens goed onder de loep moeten worden genomen en dat
daardoor een verruiming van het budget moet plaatsvinden en er niet gelijk
bij de deelnemende gemeenten aan de bel getrokken moet worden van
"jongens, schuif eens even bij".
De reactie van de heer De Vos in deze gaat heel sterk in de richting van
de heer Haverkamp. Hij vindt het ook een beetje onzin dat het zuiver
toerekenen van begrotingsposten ineens leidt tot een verhoging van het
totaal. De som moet hetzelfde blijven, dus of er zit iets anders in, 6f de
kosten zijn door iemand gedekt, die er nu beter van wordt. Hij leest ook
een beetje in het stuk dat het Rijk de gemeenten nu de kosten toespeelt,
onder andere van f. 3.300,-- op jaarbasis. Anders kan hij het niet begrij
pen.
Met betrekking tot het punt van de bestuurskosten geeft de Voorzitter het
woord aan wethouder Nijhoff.
Wethouder Nijhoff deelt hierop mede, dat de bestuurskosten vroeger ver
werkt waren in andere kosten, die declarabel waren bij het Rijk, hetgeen
de heer De Vos al suggereerde. Dat is de essentie van het hele gebeuren.
Sinds het budgetteren gaan de gemeenten nu voor die kosten opdraaien.
Wethouder De Jong beaamt de woorden van wethouder Nijhoff met betrekking
tot de essentie van het verhaal. De gemeente zal er toch het hoofd aan
moeten bieden. Hij is blij met de suggestie van de heer Van der Spek, dat
er uitdrukkelijk gewenst dan wel geëist wordt dat er in 1994 goed naar
deze zaken gekeken wordt. De raad weet dat het geld kost, heeft de
intentie om dat er voor uit te trekken; het moet alleen niet ten koste
gaan van alles èn het moet in goede banen geleid worden. Het is met
betrekking tot de opmerking over de commissie Financiën niet gebruikelijk
geweest deze begrotingen en dergelijke in die commissie te brengen.
Wat betreft de opmerkingen van de heer Van de Merbel zegt spreker dat hij
hiermee niet goed uit de voeten kan, met name over het groenwerk en de re
glementen, het zij zo. Wat de verlaging van de presentiegelden betreft
zegt hij daar persoonlijk geen moeite mee te hebben, maar dat kan in de
vergadering van het algemeen bestuur best een keer aan de orde worden ge
steld. Om daarmee echter een bepaalde verhoging teniet te doen is zijns
inziens een beetje irreëel.
Met betrekking tot de opmerking van de heer Van de Merbel over de groen
voorziening in de gemeente deelt wethouder Nijhoff mede, dat de betalingen
plaatsvinden op basis van geplaatste WSW-ers die woonachtig zijn in
Fijnaart, niet die in Fijnaart wérken. Het roept een heel ander beeld op.
Hij voelde zich geroepen dit even recht te zetten.
De heer Van der Spek merkt nog even op dat wethouder De Jong hem niet goed
geciteerd heeft. Spreker zegt twee opties ter tafel te hebben gebracht. De
ene was met voorstel agendapunt 10 in te stemmen en de WVS zeggen dat meer
tijd benodigd is voor het tweede voorstel. En dat wat wethouder De Jong
zei betrof optie twee.
De Voorzitter kan zich indenken dat de raad zich wenst te beraden over on
der andere het -voorstel van de heer Van der Spek. Zij schorst hiertoe de
vergadering