-10- Het Werkvoorzieningsschap heeft, gezien de tijd die hen rest, geen mogelijkheden meer gezien nog wat anders in die begroting te doen. Er is ieder geval hoop om voor 1995 daar wel naar te kijken. De Voorzitter zegt dat het duidelijk is dat het voor de portefeuillehouder - wethouder De Jong - geen eenvoudige taak is de begroting van het Werk voorzieningsschap te verdedigen. Altijd als er aan de gemeenten extra geld gevraagd wordt, dan heeft iedereen daar moeite mee. We moeten ons wel rea liseren, dat de werkvoorzieningsschappen in geheel Nederland in deze pro blematiek zitten door de wijze van budgettering door het Rijk. Het Rijk heeft de problematieken doorgeschoven naar de individuele werkvoorzienings schappen, daarnaast wordt op die werkvoorzieningsschappen een nog groter beroep gedaan dan ooit eerder om plaatsing te verkrijgen vanwege de druk van de W.A.O. Mensen die eerst in de W.A.O. zaten proberen nu een plaatsing te krijgen bij een werkvoorzieningsschap en dat is een span ningsveld waar elk werkvoorzieningsschap de komende jaren mee geconfron teerd zal worden. Daarboven nog wordt men geconfronteerd met de door het Rijk opgelegde bezuinigingen. De heer Van der Spek zegt dat men zich moet realiseren, dat de WVSdoor allerlei invloeden, steeds meer geld zal gaan kosten. Of daar nu op dit moment ruimte voor is in de begroting vindt hij niet zo erg relevant. Wat hij wèl belangrijk vindt is dat èls men het erover eens zou zijn dat het onvermijdelijk is dat het meer geld gaat kosten, men in Gods naam goed moet nadenken over hóe dit dan betaald gaat worden. Met deze - en hij blijft het zo noemen - overval, heeft men onvoldoende de gelegenheid gehad om er echt wat dieper op in te gaan. Hij kan zich zelfs voorstellen, dat het eigenlijk een onderwerp is voor de commissie Financiën. Met betrekking tot de genoemde tijdsdruk vanwege de indieningsdatum merkt hij op dat hij twee mogelijkheden ziet: of de raad schaart zich achter het eerste collegevoorstel en men beraadt zich over het tweede voorstel nog eens, óf de raad steunt agendapunt 10 en stemt in met het tweede voorstel, met die f. 795,--, met de uitdrukkelijke beperking dat dat alleen voor 1994 geldt. Wat wethouder Nijhof zegt, dat het in een later jaar wel weer omlaag kan acht hij wish-full thinking en daar gelooft hij niet in. Als die beperking wordt gelegd, heeft spreker er niet zo'n moeite mee, ook al vanuit de gedachte dat die WSW-mensen natuurlijk wel aan het werk moeten blijven. Ondanks de toelichting van beide heren wethouders ziet de heer Van de Merbel geen aanleiding terug te komen op zijn eerder ingenomen standpunt. Nadat al het groenwerk in de gemeente is uitbesteed, kan men hier kenne lijk al vrij snel de vruchten van plukken. Dat besluit ligt er, de raad heeft daar in meerderheid toe besloten en men kan nu waarschijnlijk moei lijk meer terug. Wat de termijn van 1 juli betreft, zegt hij dat die waar schijnlijk in allerlei reglementen en dergelijke vastligt, hetgeen het Schap al eerder had kunnen voorzien. Voorts heeft spreker nog een suggestie om de bestuurs- en secretariaats- kosten te beperken; hij wil namelijk nog eens een keer pleiten voor het verlagen of afschaffen van de presentiegelden van de bestuursleden, die allemaal uit hoofde van hun andere functie bij de gemeenten - het zijn al lemaal wethouders en burgemeesters - al een beloning ontvangen, die hen overigens van harte is gegund. Maar daarbovenop nog een bedrag voor presentiegelden hoeft voor hem niet. Hiermee kan zijns inziens een begin gemaakt worden met een leuke besparing. De heer Haverkamp deelt mede met belangstelling de beantwoording van de beide wethouders te hebben aangehoord. Het argument dat wethouder De Jong opperde met betrekking tot de bestuurskosten gaat bij hem niet als zodanig op. Een andere berekeningsmethodiek door het zichtbaar maken van de kostenplaats bestuurskosten, dat dat de begroting zou beïnvloeden, vindt hij onzin. Die kosten zaten al in andere kosten opgenomen en dat is geen steekhoudend argument.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1993 | | pagina 135