-29-
Zijn fractie heeft vanaf het begin gemeend dat het een goede zaak is dat
de bundeling van gemeenten zoals ze daar liggen daartoe in staat worden
gesteld
De gemeente is een paar keer verrast in het gehele traject, in eerste
instantie door de heer Schampers, die maakte een variant waar wij zelf
niet opgekomen waren, en die ons ontdeed van het industrieterrein. Dat
vond ook de fractie een soort broodroof en ontvreemding van eigendommen.
Daar heeft men, met de politie gezegd een hekel aan. Wat men verder heeft
aangetroffen is het feit dat er richting gegeven wordt om Klundert bij
Zevenbergen te stoppen inclusief Moerdijk. De vraag is dan wat gebeurt er
met Fijnaart en Heijningen, Standdaarbuiten en eventueel Willemstad. Van
onze kant is er zeker geen prioriteit om met Klundert mee naar Zevenbergen
te gaan, wat door de fractie van de WD wordt voorgestaan. Zijn fractie
vindt het van groot belang dat de visie zoals die door zijn fractie is
weergegeven zo goed mogelijk verdedigd wordt en dat is het besturen van
deze streek bij de gemeenten houden. In de hele discussie in de Streek
hebben de twee industrieterreinen een overmatige rol gekregen. Zijn
fractie denkt dat het college met de nodige wijsheid dat punt in het stuk
heeft ingevoegd, dat betekent dat zijn fractie er in die zin ook over
denkt dat wanneer er uiteindelijk in de nabije toekomst een
gemeenschappelijke regeling komt voor bovenregionale bedrijventerreinen
een zaak die boven de gemeenten staat en daar dus niet alle energie verder
op gelegd hoeft te worden. Zijn fractie is dus van mening dat dat stukje
een belangrijk item moet worden in de discussie met G.S. Daarmee is zijn
fractie van mening dat de discussie rondom de industrieterreinen op de
juiste plaats is neergezet, waarbij ze natuurlijk wel erg belangrijk
blijven. Uiteindelijk gaat het niet alleen om werkgelegenheid maar ook om
inkomsten die daaruit voortkomen. Het is inmiddels voor iedereen wel
duidelijk geworden dat de opbrengsten vanuit de visie van de totale
provincie besteed gaan worden over een groter oppervlak en over een groter
aantal burgers dan het nu is. Dat is een directe consequentie. Als het
college voor wat betreft de bedrijventerreinen de discussie op de manier
zoals het college die nu omschreven heeft de aandacht geeft, dan is dat
volgens zijn fractie een juiste weergave.
De heer van der Spek zegt dat hij in eerste termijn wat relatieve
kleinigheden heeft op te merken. In de raadsmap heeft hij niet
aangetroffen bijlagen of stukken die de basis vormen van het
collegevoorstel. Hij had graag aangetroffen de correspondentie die met
Klundert en Standdaarbuiten is gevoerd. Hij meent dat er zelfs ook
gecorrespondeerd is met de provincie. Dat vindt hij toch belangrijke
informatie die zijn fractie graag had willen zien.
Verder zegt hij dat op 18 maart het onderwerp ook al in de openbaarheid
behandeld is. Het college voelde daar niet veel voor, maar het is toch
gebeurd. De WD zowel als collega Van de Merbel hebben in die
raadsvergadering in de openbaarheid hun visie gegeven. In het voorstel van
het college wat nu aan de orde is, vindt hij daarvan niets terug. Op zijn
minst had het college de visie van de genoemde fracties kunnen noemen en
er argumenten bij kunnen geven waarom het college daar niet op in is
gegaan. Hij vraagt zich af of de raad op 18 maart jl. voor niets heeft
zitten praten. Vervolgens merkt hij voorzichtig op dat op 21 april jl. het
college een duidelijk meerderheidsstandpunt innam. Van dat standpunt ziet
hij helemaal niets terug in dit voorstel. Nu rijst wederom de vraag,
waarom heeft de- raad op 21 april bij elkaar gezeten.
De heer Van de Merbel merkt op dat wanneer het college wil opkomen voor
het behouden van Dintelmond hij het hier mee eens is. Dat het
gemeentebestuur van Fijnaart nu gaat knokken voor het industrieterrein
Moerdijk vindt hij getuigen van enige zelfoverschatting. Hij is van mening
dat de gemeente Fijnaart alle aandacht moet geven aan het behouden van
bestuurlijke invloed op Dintelmond.