18 De heer van der Werf zegt dat het inderdaad beter is dat niet te beweren anders kan hij nog wel wat voorbeelden aanhalen waarvoor de commissie bij elkaar geroepen had kunnen worden. De voorzitter zegt toch nog eens een keertje na te zullen gaan wat er dan precies aan schort. De heer van de Merbel merkt voor de duidelijkheid nog even op, dat hij in zijn eerste termijn niet heeft gepleit voor een grote commissie een soort sanhedrin waarin iedereen voor zou moeten komen met al zijn papieren. Hij heeft ook het woord Arob-commissie niet in de mond genomen. Hij heeft gevraagd om na te gaan of het niet zinvol zou zijn om een commissie, en in welke omvang staat voor hem nog open, dat zou een heel beperkt gezelschap kunnen zijn, in het leven te roepen. Wat hier nu heel sterk aan de orde komt is dat het ten koste gaat van de privacy. Hij denkt dat datgene wat een burgemeester en wethouders onder zich kunnen houden ook twee raadsleden of andere deskundigen kunnen. Wat dat betreft heeft hij de een niet hoger staan dan de ander. Al met al valt het hem tegen want hij dacht dat de heer de Vos toen die het woord vroeg, hem zou ondersteunen in zijn betoog. Jammer, maar hij wil dan toch de heer de Vos herinneren aan hetgeen in het verkiezingsprogramma staat waarmee de P.v.d.A. in 1990 in de raad gekomen is. Daarin wordt toch wel een pleidooi gehouden voor het instellen van een commissie zoals zojuist door de heer van de Merbel bepleit. Maar ja, tijden kunnen keren, maar de heer van de Merbel blijft zelf toch een beetje vasthouden aan datgene wat hij belooft heeft. De voorzitter zegt dat de heer van de Merbel daarmee een reaktie van de heer de Vos uitlokt. Zij wil de heer van de Merbel zeggen dat in het verkiezingsprogramma van de P.v.d.A stond dat zij een commissie sociale zaken wilden. Daar was niet bij opgenomen dat daar dit soort zaken in behandeld moesten worden. De heer de Vos zegt dat er misschien ook een lidmaatschap richting Appelaarseweg gestuurd moet worden, want de voorzitter zegt precies hetgeen de heer de Vos had willen zeggen. Want inderdaad staat er dat de P.v.d.A. voorstander is van een commissie sociale zaken met de bedoeling dat die zou gaan adviseren over met name het minimabeleid, het bedrag van de f. 6.000,00 hoe dat besteed moet gaan worden, over algemene zaken. Niet over specifieke zaken, dat is nooit de bedoeling geweest. Het is ook bekend van collega-afdelingen dat daar waar wel zo'n commissie is dat die zeer moeizaam werkt. De P.v.d.A. wil de commissie sociale zaken zoals die voor ogen heeft gestaan tijdens het schrijven van het verkiezingsprogramma nog graag in het leven geroepen zien, maar dan voor die zaken zoals reeds door hem aangegeven zoals onder meer het minimabeleid etc. Vervolgens vraagt de heer van de Merbel het woord. De voorzitter interumpeert de heer van de Merbel en merkt op dat hij de voorzitter heeft gezegd niet met twee maten te moeten meten en dat zij zich dient te houden aan de twee termijnen. Nu wil de heer van de Merbel een derde termijn nemen. Zij vraagt vervolgens of iemand dit voorstel in stemming gebracht wil hebben. De heer van de Merbel zegt dat hij inderdaad het voorstel in stemming gebracht wil hebben en daaraan voorafgaand een stemverklaring wil af leggen De voorzitter geeft vervolgens de heer van de Merbel de gelegenheid dit te doen waarna hij de volgende stemverklaring aflegt..

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 97