16
De voorzitter merkt op dat iedereen nu in twee termijnen de gelegenheid
gehad heeft om te zeggen wat hij er van zeggen wilde. Zij verzoekt de raad
kenbaar te maken of over dit voorstel gestemd moet worden.
De heer van de Merbel geeft aan te willen stemmen over dit voorstel.
Vervolgens wordt door de voorzitter het collegevoorstel in stemming
gebracht
Er worden 13 stemmen uitgebracht waarvan 12 voor het voorstel en de stem
van de heer van de Merbel tegen het voorstel, waarmee overeenkomstig het
collegevoorstel besloten is het bezwaarschrift van de heer Smael niet-
ontvankelijk te verklaren.
13. Voorstel tot vaststelling van de verordening betreffende de behandeling
van aanvragen om bijstand en de behandeling van de bezwaarschriften
ingevolge de A.B.W. en de rijksgroepsregelingen, de Wet I.O.A.W. en de wet
I.O.A.Z.
De heer van de Merbel merkt op dat dit voorstel betreft de vaststelling
van de verordening voor de behandeling van aanvragen voor bijstand en
bezwaarschriften.
Op aanvragen om bijstand beslist het college. Wanneer men het met die
beslissing niet eens is kan men een bezwaarschrift indienen en dan beslist
het college daar ook weer over. Deze situatie is naar het oordeel van de
heer van de Merbel verre van ideaal. Onlangs hebben we bij een agendapunt
kunnen zien waartoe zoiets kan leiden, wanneer je in een zaak waarin je
zelf eerst oordeelt bij het bezwaarschrift opnieuw moet oordelen. Dit is
wettelijk min of meer wel zo verankerd, denkt de heer van de Merbel, maar
hij zou de suggestie willen doen om de beroepsmogelijkheid van meer recht
te doen door het instellen van een adviescommissie, welke commissie de
bezwaarschriften beoordeelt en daarover advies uitbrengt aan burgemeester
en wethouders. De heer van de Merbel denkt dat dat meer recht doet en ook
bij degene die het aangaat als een meer rechtvaardig iets overkomt wanneer
het op die manier geregeld zou worden.
De heer van der Spek merkt op dat in het voorstel gesproken wordt over een
regionale commissie werkloosheidsvoorziening. Hij heeft begrepen dat hier
in de regio een dergelijke commissie niet bekend is maar dat er wel een
intergemeentelijke commissie werkzaam is waaraan deelnemen de gemeenten
Fijnaart, Standdaarbuiten en Willemstad.
De heer de Vos zegt zich ook afgevraagd te hebben, toen hij dit voorstel
bestudeerde, of het niet beter is dit over te laten aan een commissie.
Echter op dit moment komt hij tot de conclusie dat het beter is dat niet
te doen. De zaken waar het om gaat zijn zaken waarvoor degene die daar een
beroep op doet heel veel prijs moet geven. Het is toch niet goed als al te
veel mensen daar kennis van moeten nemen. Wanneer je een commissie gaat
bemannen, dan zitten er achter de tafel zo'n 4 tot 5 mensen. Dan moet de
aanvrager toch al zijn bankafschriften, polissen etc. overleggen. Tevens
komen zaken aan de orde zoals wel of niet samenwonen. Allemaal toch zaken
die naar het idee van de P.v.d.A.-fractie zeer privacygevoelig liggen.
Voor de mensen zelf is het niet prettig om dat in een al te groot
gezelschap te vertellen. Tevens loop je een vrij grote kans dat de mensen
dichtklappen. Vanuit de commissie bezwaar- en beroepschriften kan de heer
de Vos zich nog herinneren dat met name m.b.t. de eenmalige uitkering dat
niet de meest prettige bijeenkomsten waren.
Toen is de afspraak gemaakt dat de stukken de papiervernietiger in zouden
gaan en niet bewaard zouden blijven door de commissieleden, maar hij vindt
desalniettemin dat deze zaken bij het college moeten blijven. Wel zou hij
het college willen adviseren om bij het horen van de bezwaarmakers een lid
van het college aanwezig te laten zijn die niet in de voorgaande procedure
vertegenwoordigd is geweest.