12 Het CDA heeft begrip voor een aantal problemen en zij vinden daarnaast dat wanneer er een plan in ontwikkeling is met de omvang van plan Oost III, dan moet dat, als het even kan en daar waar het mogelijk is, in het bestuurlijke vlak worden besproken. Dat heeft het CDA nu gemist. Als toevoeging is gisteren middels een brief vernomen dat het college voornemens is de burgers te gaan voorlichten in de Witte Roos. De gemeenteraad wordt daar ook bij uitgenodigd en weet dan formeel niks meer als de gemiddelde burger die daar op bezoek komt. Het CDA denkt dat dat niet helemaal in de haak is en doet dan ook een dringend beroep op het college om volgende week in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden de raad mede te delen wat of het college in deze fase van plan Oost III van plan is te gaan doen. De voorzitter zegt dat ten aanzien van plan Oost III in het afgelopen jaar ook de gemeenteraad in samenspraak met bureau BRO bezig is geweest. De gemeente heeft daar ontwikkelingsschetsen van kunnen zien. Vorig jaar in de septemberraad heeft de raad een krediet beschikbaar gesteld op basis van prenten die ter visie gelegen hebben, voor het bouwrijpmaken. De heer Bienefelt noemt een aantal dingen op en zegt dat de raadsleden niks meer zullen zien dan de gemiddelde burger. Dat denkt de voorzitter niet. Als het goed is heeft de raad daarover een briefje gekregen of heeft het in dezelfde brief gestaan dat er op 10 juni een commissie ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en milieu aan de orde zal zijn, waarbij ook plan Oost geagendeerd wordt met alles er op en er aan. Wanneer de heer Bienefelt nu vraagt dit de komende week in de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden ter sprake te brengen dan denkt de voorzitter dat hij het college lichtelijk voor wat problemen plaatst omdat dan een aantal zaken nog niet helemaal gereed is. Wanneer de heer Bienefelt de tekening graag ter visie gelegd wil hebben dan kan dat, maar als de raad nu heel de zaak compleet wil hebben dan is aanstaande dinsdag iets te snel want dan heeft het college de stukken nog niet helemaal gereed. De heer Bienefelt zegt dat er het afgelopen jaar toch een aantal mensen is geweest die belangstelling hebben getoond voor plan Oost. In januari heeft de raad het college gevraagd volgens welke norm het college komt tot het verder brengen van de bouwplannen. Want dat is toch uiteindelijk de bedoeling. Dat zal best een stukje gevorderd zijn. Het enige dat de raad heeft gezien is dat er in november een soort voorlichtingsavond is geweest die de nodige verwarring stichtte. De heer Bienefelt denkt dan ook dat het niet zo onredelijk is om te zeggen, voordat het college aan de burgers presenteert op welke manier dat wordt afgerond, dat dat door de commissie Bestuurlijke Aangelegenheden al of niet kan worden onderschreven. Daarbij kan dan de commissie aantekenen wat het college ten aanzien van een aantal zaken van plan is. Hij denkt niet dat dat zo vreemd is en hij kan zich niet voorstellen dat dat het college op de een of andere manier in tijdnood kan brengen. Als het college het voornemen heeft om het dan en dan uit te gaan leggen dan moet het college dat toch in redelijke lijnen al wel in het hoofd heeft dan wel op papier hebben. Hij wil dus toch maar vasthouden aan die overweging. De voorzitter zegt dat hij vast kan houden aan hetgeen hij gezegd heeft maar zij wil daar dan binnen het college nog eens over praten en nagaan in hoeverre zij daaraan tegemoet kan komen. Op dit moment zegt zij echter niets toe omdat zij ook met de ambtelijke staf daarover wil praten. Zij hoopt dat de heer Bienefelt daar begrip voor heeft. De heer de Vos zou graag het voorstel van de heer Bienefelt willen ondersteunen als dat nog nodig mocht zijn. Uiteraard kan dat ook zonder plankaarten, dat kan ook in een later stadium bijvoorbeeld in de commissie R.O.Maar het verloop van de verdere procedure zou best besproken kunnen worden in de commissie B.A. van aanstaande dinsdag. Daar hoeft niets van

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 91