7
Bij die kandidatuur straks, maar er wordt gestemd per commissie, is aan de
orde twee kandidaten, nlmevrouw Oostdijck en de heer Breure. Dat zijn de
twee enige zittende raadsleden die uit Heijningen komen. Het voorstel
verrast de voorzitter ook een beetje, maar dat betekent niet dat dit weer
aangehouden zou moeten worden tot een volgende raadsvergadering.
De heer Bienefelt zegt dat er niets aan de hand is wat er op zou kunnen
wijzen dat het niet netjes gebeurt.
Het is een oud gebruik dat daar waar er voorgedragen wordt, en in dit
geval komt de voordracht vanuit de fractie van de heer van der Werf, omdat
daar ook een vacature is opgetreden. Het CDA meent dat de voordrachten als
zodanig gerespecteerd dienen te worden. In het verleden is dat ook door
andere partijen geëerbiedigd. Verder is er niks aan de hand. Maar er kan
over gestemd worden, dat moet toch gebeuren.
De voorzitter vraagt vervolgens of de raad er bezwaar tegen heeft dat
onder het derde liggende streepje van het voorstel volgnr. 92-V-42, van 18
mei 1992 dat daar in de plaats van de naam J. van den Baard komt te
staan, de heer P. Breure en mevrouw W. Oostdijck-Vogelaar.
De heer van de Merbel zegt dat er uiteindelijk natuurlijk gestemd moet
worden over de benoeming, maar de voorzitter bedoelt waarschijnlijk of hij
tegen de procedure bezwaar maakt. Dat is aan de orde.
Hij maakt uitdrukkelijk bezwaar tegen de procedure.
De voorzitter vraagt of het bezwaar van de heer van de Merbel tegen de
gevolgde procedure door de meerderheid van de raad wordt gesteund.
De heer de Vos merkt op dat de aanpassing bij agendapunt 92-V-42
natuurlijk moet zijn de heer P. Breure of mevrouw Oostdijck. Vervolgens
vraagt hij 2 minuten schorsing.
De voorzitter schorst de vergadering.
De voorzitter heropent de vergadering en zegt dat aan de orde is het
voorstel tot benoeming van raadsleden in door de raad ingestelde
commissies. Het betreft dus de commissie O.C.S.W. Voorgesteld wordt dus
de heer J. van den Baard te benoemen.
De heer van de Merbel zegt dat hij bij aanvang van dit agendapunt reeds
had aangegeven het woord te willen voeren. Hij is ondertussen weliswaar
bij een tussendebatje aan het woord geweest maar dat telt in dit verband
niet
Hij zou graag nog even willen zeggen wat hij voornemens was te willen
zeggen.
Op 29 februari heeft hij het college een brief gezonden waaruit blijkt dat
hij kandidaat is voor elke commissie waarin zijn fractie nog niet
vertegenwoordigd is. Er is nu een vacature voor een raadslid in vier
verschillende commissies. In de commissie financiën heeft de heer van de
Merbel al zitting, dus die commissie laat hij even buiten beschouwing.
Zijn vraag is nu echter wel waarom het college hem niet heeft voorgedragen
om benoemd te worden in een of meer van de overige drie commissies.
Zijn tweede vraag heeft betrekking op de commissie PestalozzihuisIn het
instellingsbesluit is vastgelegd dat het enige raadslid in die commissie
bij voorkeur uit Heijningen moet komen. Het is hem niet duidelijk waarom
het college nu een raadslid uit Fijnaart voordraagt. Ondertussen is dit
achterhaald, maar de heer van de Merbel beperkt zich nu even tot de
aanvankelijke voordracht. In deze raad zitten namelijk nog steeds twee
leden die uit Heijningen komen, dat hebben we inmiddels kunnen
vaststellen, aldus de heer van de Merbel. Waarom heeft het college
aanvankelijk toch voorgesteld om een raadslid uit Fijnaart te benoemen.
Deze twee vragen zou de heer van de Merbel graag beantwoord krijgen.