4 de formele kant van de zaak. De gewestraadsleden worden nlgestuurd door de gemeente. Het is niet zo, althans dat was de mening van het cluster, dat de leden van de commissie staande de vergadering nog van mening kunnen veranderen. Dat kan wel maar eigenlijk moet dat direkt in overleg met de achterban, dus de leden van de gemeenteraad. Op dat moment bestaat die mogelijkheid niet meer. De mening van het cluster was dus dat inspreken eigenlijk in Fijnaart dient te gebeuren of in ieder geval voorafgaande aan een commissievergadering. Dat was de reden dat gezegd is dat het best een aardig voorstel was maar gezien de formele kant van de zaak kan hier niet mee ingestemd worden. De heer van de Merbel dankt de heer de Vos voor zijn antwoord. Hij heeft begrepen dat hij zegt dat staande de vergadering geen besluiten genomen kunnen worden als commissielid en dat je terug moet naar de achterban. De heer van de Merbel wil de heer de Vos er echter op wijzen dat de stukken voor de gewestraadsvergadering van 30 maart op 19 maart in de raad besproken zijn. Toen is er geen enkele opmerking over dit voorstel van het Streekgewest gemaakt. Hij stelt dus vast dat de beide heren zonder terugkoppeling naar de achterban op 30 maart besloten hebben om zich tegen het voorstel van het streekgewest uit te spreken. Hij zegt nogmaals dit jammer te vinden. Ook in de behandeling van het stuk in de gewestraad is naar voren gekomen dat het hier een experiment betrof en dat het naar verloop van tijd bekeken zou worden of het gehandhaafd zou blijven. Hier zou men niet zo zwaarwegend moeten zijn dat allerlei principele kanten erbij gehaald worden. Vaak wordt erover geklaagd dat het streekgewest zo onbereikbaar is, vooral voor raadsleden in een kleine gemeente. Hier wordt ergens nog de mogelijkheid gegeven voor burgers om direkt in te spreken in het streekgewest en het zou daarmee alleen maar herkenbaarder worden voor de burgerij. Hij is overigens blij dat de meerderheid in de gewestraad toch anders heeft besloten. De opstelling van onze eigen gemeente is hem wat tegengevallen. Vervolgens wordt dan ook ingekomen stuk nr. 17 voor kennisgeving aangenomen 5Voorstel tot deelname aan het convenant "Milieuschadelijke (afval)stoffen uit de bouw in Noord-Brabant". De heer de Vos zegt dat zijn fractie dit convenant een goede zaak vindt. Hij denkt dat het past in gemeentelijk beleid ten aanzien van de afvalstoffen. Buiten de taken die onder de gedachtenstreepjes genoemd worden ligt er voor de gemeenten op een ander terrein nog een hele belangrijke taak weggelegd. Dat is namelijk als opdrachtgever. De gemeente is binnen het grondgebied van onze gemeente dan waarschijnlijk niet de grootste opdrachtgever op bouwgebied, maar er gaat toch een voorbeeldwerking uit naar het bedrijfsleven als we als gemeente ons houden aan het convenant. Hij wil er bij het college op aandringen om dit zo snel mogelijk door te voeren in nog uit te geven bestekken. Misschien dat er in Oost III nog iets mee kan gebeuren. Hij denkt dan met name aan een voorstel dat later op de avond nog aan de orde komt met betrekking tot de ontsluiting van Oost III. De P.v.d.A.-fractie beseft terdege dat dit extra kosten met zich brengt maar dat zijn voor de fractie toch verantwoorde uitgaven. Het convenant lezende en met name de ondertekenaars gezien hebbende, vindt hij het toch jammer dat er eigenlijk een type organisatie niet in zit en dat is een overkoepelende club van ingenieursbureau'sHij denkt dan bijvoorbeeld aan het ONRIde Orde van Nederlandse Raadgevende Ingenieursbureau'sdie nogal eens bestekken uitgeven op het gebied van de grond- weg- en waterbouw. Een club als het BNA, de Bond van Nederlandse Architecten heeft daar iets minder mee van doen. Misschien dat het er toch een keer van kan komen dat die club meedoet.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 83