2
3_;Notulen van de openbare vergadering van de raad van 23 april 1992.
De heer Bienefelt heeft naar aanleiding van de notulen een paar
opmerkingen. Aan het eind van de notulen kan men wat opmerkingen van de
heer van de Merbel lezen. Hij geeft daarin aan het college een paar
praktische tips. Daar wil hij even op reageren omdat het in feite over het
CDA gaat en dan met name over de heer Bienefelt.
De bedoeling van de heer van de Merbel zal op zich goed zijn. Op zich kan
het een goede neiging zijn om de voorzitter te verzoeken om de
vergaderingen correct en onpartijdg te leiden. Daar horen echter ook een
paar andere dingen bijDe heer Bienefelt heeft daar de reglementen nog
eens op nagelezen. Hierbij is duidelijk geworden dat iedereen die er
behoefte aan heeft zijn vinger op kan steken en het woord kan vragen aan
de voorzitter. Als de voorzitter dat uitkomt dan is er verder niemand die
dat moet tegenhouden. Dan maakt het verder ook niet uit of dat in eerste,
tweede of zeventiende termijn gebeurt.
Verder staat er dat de derde termijn bij uitzondering gebruikt moet
worden. Dat betekent dat we er naar moeten streven om de zaken die aan de
orde zijn, na twee termijnen af te ronden. We moeten natuurlijk
constateren dat met name naar aanleiding van de filosofieën van de heer
van de Merbel, dat een aantal keren niet lukt. Dan is het aan de
voorzitter om termijnen toe te voegen en eventueel anderen ook de
gelegenheid te geven wat te zeggen.
Verder is het zo dat in de reglementen staat dat wanneer er geconstateerd
kan worden dat er niets meer van waarde aan de discussie omtrent de
stukken wordt toegevoegd, dat dan de voorzitter pogingen moet doen om het
stuk tot een einde te brengen. Op zich is dat ook een gezonde zaak, aldus
de heer Bienefelt. Zeker bij temperaturen zoals vanavond hoopt hij dat de
voorzitter dat weer met succes mag volbrengen.
De voorzitter dankt de heer Bienefelt en merkt nog op dat de raadsleden
het geheel in de hand hebben om de zaken met succes te volbrengen.
Vervolgens stelt zij vast dat de notulen ongewijzigd zijn vastgesteld.
4Ingekomen stukken en mededelingen-
De voorzitter loopt aan de hand van de nummers de ingekomen stukken door.
De ingekomen stukken 1 tot en met 12 worden zonder beraadslaging voor
kennisgeving aangenomen.
Naar aanleiding van ingekomen stuk nr. 13, gemeente Binnenmaas, waarbij
wordt aangeboden een door de raad van die gemeente aangenomen motie inzake
een onderzoek naar een ondergrondse aanleg van de Hogesnelheidsspoorlijn
zegt de heer van der Spek het volgende.
Een hogesnelheidstrein onder de grond aanleggen zou misschien best wel
leuk zijn maar wij weten met zijn allen dat dat een onbetaalbare wijze van
aanleg is. Hij vindt het niet juist om, tegen beter weten in, toch zo'n
motie te gaan ondersteunen. Bovendien vindt hij dat we ons als gemeente
tegenover verstandig weldenkende mensen belachelijk maken wanneer we zo'n
motie steunen. Dat is het V.V.D. standpunt inzake de betreffende brief.
De heer van de Merbel zegt dat de aanleg van een HSL door hem wordt
beschouwd als een grove geldverspilling, waar de gewone man niet mee
gediend isBij een ondergrondse aanleg kost het nog veel meer
overheidsgeld. Bovendien is hij van mening dat de motie van de gemeente
Binnenmaas zich niet goed verdraagt met de motie die deze raad in mei 1990
unaniem heeft aangenomen. In de eigen motie van deze raad wordt duidelijk
uitgesproken dat de aanleg van een HSL voor onze gemeente onaanvaardbaar
is, ondergronds of bovengronds.
Daarom is hij van mening dat er vanavond niet over gedacht moet worden om
steun te geven aan deze motie van Binnenmaas.