De heer van de Merbel vraagt of de voorzitter voortaan de vergadering op een correctere en meer onpartijdige manier wil leiden. Bij herhaling heeft hij vanavond maar ook al in eerdere vergaderingen moeten constateren dat de voorzitter de heer Bienefelt een derde termijn toestaat zonder dat hij in eerste of in tweede termijn het woord heeft gevraagd of gesproken heeft. Als dat dan gebeurt neemt de heer Bienefelt met een zekere graagte de gelegenheid te baat om hem dan om een wat onheuse manier toe te spreken. De heer van de Merbel pleegt daar normaliter niet of nauwelijks op te reageren omdat hij van mening is dat de heer Bienefelt nou eenmaal is zoals die is en dat daar op zo'n leeftijd ook niet zoveel meer aan valt te veranderen. Maar van de voorzitter verwacht hij dat zij die gelegenheid niet meer biedt. Het mag wel in het straatje van de voorzitter te pas komen dat de heer Bienefelt de heer van de Merbel nog toevoegt maar daarmee voldoet de voorzitter niet aan de functie om mensen eerder bij elkaar te brengen dan ze van elkaar te vervreemden. Vervolgens heeft de heer van de Merbel nog wat andere zaken. Op 30 maart is er op het gemeentehuis een brief binnengekomen, gericht aan de gemeenteraad, afkomstig van de heer Smaelhet college welbekend. Deze brief heeft de heer van de Merbel niet aangetroffen bij de stukken die ter inzage gelegd behoren te worden voor de volgende raadsvergadering. Hij verzoekt het college hier voortaan meer aandacht aan te schenken, respectievelijk te doen schenken. Op 23 maart komt op het gemeentehuis een brief binnen van Leendert van de Merbel, het college ook bekend en de brief waarschijnlijk ook. Die brief van weliswaar gericht aan het college maar bevatte duidelijk een verzoek om hem ter kennis te brengen van de gemeenteraad. Normaliter wordt aan dat soort verzoeken voldaan. Dat heeft het college niet gedaan en de heer van de Merbel heeft die brief gemist op de lijst van ingekomen stukken en hij heeft de brief ook niet aangetroffen in de map met stukken voor de volgende vergadering Hij verzoekt het college ook hieraan aandacht te willen schenken. Dan is er op 15 maart door de heer van de Merbel zelf een brief gestuurd aan het college en die brief bevatte een raadsvraag over speelterreinen in plan Westkreek I. Op grond van het reglement van orde, wat de vergaderingen van de raad voor een belangrijk deel probeert te beheersen, staat dat zo'n brief zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht moet worden van alle raadsleden. Kan het zijn, dan al met het antwoord erbij, maar als dat antwoord nog niet gegeven kan worden, dan de brief zelf. De brief is al op 15 maart hier binnengekomen. Door de heer van de Merbel is tijdens de vorige vergadering al gevraagd naar de brief en hij stelt vast dat dat nu nog steeds niet is gebeurd. Hij vraagt waarom dat nog niet is gebeurd en of het college ook daar nog aandacht aan wil schenken om herhaling te voorkomen. Laatste punt betreft het spreekuur van de voorzitter als burgemeester. In de Niervaertpost wordt netjes om de veertien dagen afgedrukt dat de burgemeester op telefonische aanvrage bereikbaar is. De heer van de Merbel bereiken meerdere klachten van inwoners dat men netjes probeert een afspraak met de burgemeester te maken, bij herhaling, maar dat de burgemeester kennelijk door omstandigheden, die haar bekend zullen zijn, daar niet op reageert. Men vraagt zich af hoe men nu nog met zijn burgemeester in kontakt kan komen op een manier die netjes is voorgeschreven. Hij verzoekt haar daar meer aandacht aan te schenken en zich voor de individuele burger meer bereikbaar op te willen stellen. Dat is volgens de heer van de Merbel een zeer belangrijke functie van een burgemeester. Het lijkt hem op dit moment gewoon nodig, gelet op het aantal klachten dat hij op dit punt de laatste tijd gehoord heeft, dat daar op de juiste manier de aandacht op wordt gevestigd

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 77