-5-
De heer van de Merbel, merkt op dat de brief van de huurdersvereniging ook aan
de raad gericht is. Het is dus goed wanneer uit het antwoord zou blijken dat de
brief ook inderdaad door de raad is behandeld. In het ontwerp-schrijven is dit
niet duidelijk opgenomen.
Inhoudelijk kan de heer van de Merbel ver meegaan met de brief van het college.
Hij deelt de opvatting dat de Fine Aerde niet direct te vergelijken is met het
bejaardenhuis. Hij voegt daar direct aan toe dat het misverstand waarschijnlijk
is ontstaan doordat de gemeente de aanslagen voor de betrefende mensen niet aan
de bewoners zelf stuurt doch dat een aanslag wordt gestuurd aan de Jan Punt
Stichting. Zo'n werkwijze suggereert uiteraard dat er wel sprake zou zijn van
een bepaalde soort bejaardentehuis. Hij begrijpt dat de huurdersvereniging, niet
het naadje van de kous wetend maar een eindje op het goede spoor zittend, ten
eerste denkt dat hier aanspraak gemaakt kan worden op een korting voor
bejaardentehuizen. Dat is dus niet het geval maar hij wil het college wel
adviseren om voortaan de aanslagen individueel en rechtstreeks de betrokken
bewoners te doen toekomen. Er zijn twee goede redenen voor te noemen. Hij heeft
begrepen dat het momenteel zo is dat het bestuur van de Jan Punt Stichting de
aanslag aan de gemeente betaalt maar dat zij die uiteraard doorberekent aan de
bewoners echter met daar bovenop een toeslag van 5% administratiekosten. Dat is
natuurlijk zonde. Hier in de raad wordt vaak over een 1 of 2% meer- of minder
rioolafvoerrecht gesproken, maar door dat bestuur wordt dat weer op eigen wijze
vertaald
Een andere reden om het zo te doen is dat men, wanneer men niet individueel een
aanslag krijgt ook niet individueel voor kwijtschelding in aanmerking kan komen.
Die beide redenen maken het des te belangrijker dat u er op aan koerst dat die
aanslagen voortaan rechtstreeks naar de mensen gezonden worden. Ik denk dat u er
goed aan doet wanneer u dat in uw antwoordbrief aan de huurdersvereniging alvast
meeneemt
De voorzitter zegt toe na te gaan waarom zaken aangeslagen worden zoals zij
aangeslagen zijn en het college zal zich daar nog een over beraden.
Overeenkomstig het verzoek van de heer van de Merbel zal in de brief wel worden
aangegeven dat de brief de raad heeft gepasseerd.
Naar aanleiding van ingekomen stuk nr 25 merkt de heer de Vos op dat in de
commissie O.C.S.W. een bescheiden discussie is gestart over het te voeren
minima-beleid. Het onderhavige rapport kan daartoe een bijdrage leveren. Hij
vraagt of het mogelijk is dat de fracties een kopie van het rapport "Gemeente
Wees Eerlijk" krijgen.
De voorzitter zegt toe dat het college er voor zal zorgen dat wanneer deze zaak
in de commissie O.C.S.W. aan de orde komt, dat de fracties een exemplaar
krijgen, een maand van tevoren. Als dat nu wordt toegestuurd en het wordt pas
over vier maanden aan de orde gesteld moet iedereen weer dringend gaan zoeken.
Vandaar dat een maand van tevoren dit rapport zal worden toegestuurd onder
gelijktijdige vermelding van de datum van de vergadering van de commissie.
Vervolgens zegt de voorzitter dat hiermede de ingekomen stukken en mededelingen
zijn afgewerkt. Alvorens zij echter overgaat naar het volgende agendapunt heeft
de heer de Vos nog even het woord gevraagd.
De heer de Vos geeft vervolgens een korte verklaring.
"Mevrouw de voorzitter.
Sinds de raadsvergadering van december 1991 is de fraktie van de Partij van de
Arbeid geconfornteerd met het feit dat de heer van de Merbel, tot dat moment de
fraktievoorzitterbesloot om zijn lidmaatschap van de Partij van de Arbeid op
te zeggen. Ongeveer 14 dagen geleden werd de fractie opnieuw onaangenaam verrast
door het bericht dat de heer Smael, voor de fractie van P.v.d.A. burgerlid in de
commissie O.C.S.W., eveneens zijn partij lidmaatschap had opgezegd.