-9-
De voorzitter verwijst hem dan toch naar de behandeling destijds in de
betreffende gemeenteraadsvergadering. Het college stelt dus nu voor om het
eerder ingenomen standpunt in deze te handhaven en de behandeling van het
beroep bij de afdeling Rechtspraak van de Raad van State af te wachten. Dat
is hetgeen het college voorstelt, precies in lijn met het raadsbesluit wat in
het verleden over deze zaak genomen is.
De heer van der Spek citeert vervolgens uit het betreffende raadbesluit: "Het
beroepschrift ongegrond te verklaren conform het advies van de commissie van
advies voor bezwaar- en beroepsschriften." Daar wordt over artikel 19
helemaal niet gesproken.
De voorzitter zegt dat dat in de stukken vermeld stond die ter inzage waren
bijgevoegd. Het stond in het advies.
De heer van der Spek zegt dat het college die artikel 19-procedure niet in de
raad heeft behandeld, dat is niet in stemming gebracht.
De voorzitter zegt dat meerdere raadsleden zitting hebben in die commissie.
Het stond vermeld in de stukken en de raadsleden hadden er ook nog eens naar
kunnen vragen. Vervolgens vraagt de voorzitter of iemand stemming wenst over
dit stuk. Zo niet dan is daarmee het standpunt gehandhaafd en wordt de
behandeling van het beroep bij de afdeling Rechtspraak afgewacht.
4. Voorstel tot wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Fijnaart
en Heijningen. 2e wijziging.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het
voorstel van het college besloten de Verordening leerlingenvervoer gemeente
Fijnaart en Heijningen te wijzigen conform het ontwerp-wijzigingbesluit
5. Onderzoek geloofsbrieven benoemd verklaard raadslid.
De voorzitter zegt dat de secretaris mevrouw Oostdijck en de heren van de
Merbel en van der Spek heeft aangezocht om op te treden als commissie voor
het onderzoek van de geloofsbrieven. De voorzitter vraagt de betreffende
raadsleden even met haar mee te gaan opdat zij de geloofsbrieven kunnen
onderzoeken.
Vervolgens schorst zij voor een ogenblik de vergadering.
De voorzitter heropent de vergadering en stelt agendapunt 5 aan de orde. De
commissie heeft mevrouw Oostdijck aangewezen als rapportrice en zij vraagt
mevrouw Oostdijck om verslag uit te brengen.
Mevrouw Oostdijck zegt dat de commissie de geloofsbrieven van de heer van den
Baard heeft nagekeken. Een kanttekening maakt de commissie wel. In de
mededeling dat hij zijn benoeming aanvaardt staat vermeld:"de heer van de
Baard" dit moet zijn: de heer van den Baard. Verder is de commissie accoord
en heeft geen onjuistheden geconstateerd.
De voorzitter dankt de commissie en feliciteert voorlopig de heer van den
Baard die op de publieke tribune aanwezig isnamens de raad en heet hem
alvast welkom. Waarom feliciteert zij hem voorlopig. Dat is omdat er binnen 6
dagen een beroep mogelijk is bij de afdeling Rechtspraak van de Raad van
State. Eerst nadat die 6 dagen voorbij zijn wordt het besluit onherroepelijk.
Wanneer geen beroep wordt ingesteld komt de heer van den Baard in de
vergadering van mei en zal hij worden beëdigd.
De heer van de Merbel merkt voor de goede orde nog het volgende op. De
commissie heeft nu weliswaar gerapporteerd maar de raad heeft nog niet
beslist. Dat moet officieel nog wel even gebeuren en dat moet vastgelegd
worden in de notulen.