-4-
Hij huldigt echter wel de opvatting dat daar snel iets dient te gebeuren.
De voorzitter antwoordt dat als het niet in de tweede brief is vermeld dat het
dan toch in ieder geval mondeling is medegedeeld ten tijde van de controle. Ze
is op de hoogte van de beroepsmogelijkheden.
De ingekomen stukken 1 tot en met 18 worden vervolgens voor kennisgeving
aangenomen
Naar aanleiding van ingekomen stuk nr 20 geeft de CDA-fractie bij monde van
mevrouw Oostdijck het college graag twee zaken in overweging. Ten eerste om de
overige mogelijkheden, die er afgelopen zomer waren, nader te onderzoeken. Ten
tweede om de lap grond in tweeen te delen. Daardoor zal de grond misschien
makkelijker te verkopen zijn.
Misschien kan daar in de commissie Ruimtelijke Ordening verder over worden
gesproken.
De voorzitter zegt dat mevrouw Oostdijck eigenlijk al op haar wenken bediend
wordt want het college heeft gezegd te hopen de raad daar in februari
voorstellen over te doen, na advdies ingewonnen te hebben bij de commissie
Ruimtelijke Ordening en Milieu.
Waarschijnlijk wordt die behandeling echter maart omdat in februari ook de
commissie Bestuurlijke aangelegenheden nog bij elkaar komt. Het is 20 februari
al raadsvergadering dat is al vrij snel.
In maart zal de zaak opnieuw aan de orde gesteld worden in de commissie
Ruimtelijke Ordening.
Ten aanzien van de stukken 2122 en 23 deelt de voorzitter mede dat in de
raadsvergadering van februari danwel maart 1992 voorstellen zullen worden
gedaan.
Alvorens punt 24 aan de orde te stellen wil de voorzitter eerst zelf een
toelichting geven. Het college heeft inmiddels een nieuwe brief ontvangen van de
huurdersvereniging waarbij ze reageren op een mogelijk van het college te
ontvangen brief. Wij wilden vanavond deze zaak zo aan de orde stellen zodat de
huurdersvereniging daar eventueel ook nog op kon reageren. De tweede brief van
de huurdersvereniging zal, zo daar behoefte toe bestaat, in de raad van februari
aan de orde komen. U weet dus dat er al een vervolgbrief ligt van de
huurdersvereniging, zo besluit de voorzitter.
De heer de Vos merkt op dat in de brief van de huurdersvereniging wordt gesteld
dat de Fine Aerde gelijk behandeld zou moeten worden als de Fendertshof. Wat de
P.v.d.A betreft is er een groot verschil in situatie van de bewoners. De
Fendertshof dient gezien te worden als een verzorgingstehuis terwijl de Fine
Aerde een verzameling van zelfstandige wooneenheden is. Dat die nog enigszins
een aanleunende functie van de Fendertshof hebben, dat zij zo, maar dat geeft
naar het idee van de P.v.d.A. geen reden om de Fine Aerde gelijk te behandelen
als de Fendertshof.
Iets wat nog opviel in de brief was de voorlaatste alinea waarin wordt gevraagd
om voor de huidige bewoners, die de huidige welvaart mogelijk hebben gemaakt,
een gebaar te maken. Dat gebaar heeft dan betrekking op het verlagen van het
reinigingsrecht of het rioolafvoerrechtDat is best zo dat die mensen mede zorg
hebben gedragen voor de huidige welvaart maar dat zijn toch zeker niet de
enigen. Het feit dat ze in de Fine Aerde wonen geeft daar geen grond voor.
Iedereen die in zijn werkende leven een steentje heeft bijgedragen aan de
huidige welvaart, zou daar dan voor in aanmerking moeten komen. Dat zijn ook de
mensen die hier in het dorp in een andere woning wonen. De heer de Vos vindt dat
geen argument om uitzonderingen voor te maken. De fractie van de P.v.d.A. is het
dus geheel eens met de brief van het college.