-3- Wethouder de Jong merkt op dat het vergaderschema reeds langer bekend is en als de heer van de Merbel over dat schema wil beschikken dan bestaat daar geen enkel probleem over. Er zijn vier algemene bestuursvergaderingen per kalenderjaar. De opmerking over de stukken toezenden is een veelgehoorde klacht ook bij andere gemeenten. Het blijft echter gezien de verschillende vergaderschema's van de verschillende gemeenteraden moeilijk om het vergaderschema van het schap daarop af te stemmen. De klacht is meerdere malen geuit en getracht zal worden daar iets aan de te doen maar om alle raadsleden vergaderstukken toe te sturen zal waarschijnlijk een beetje moeilijk zijn. De raad van Standdaarbuiten vergadert nog iets eerder dan wij en daar vallen dus de stukken zeker als mosterd na de maaltijd in de bus. De agendapunten zijn bij de algemeen bestuursleden over het algemeen niet van te voren bekend dus wat dat betreft is dat moeilijk. Men wil echter wel zoeken naar een oplossingom zo goed mogelijk de raden van de bij het schap aangesloten gemeenten tegemoet te komen. De heer van de Merbel merkt nog op dat de voorstellen zelf gedateerd waren op 9 maart terwijl de stukken pas verzonden zijn op 16 maart. Eigenlijk had toezending dus eerder plaats kunnen vinden. De voorzitter stelt vervolgens de overige ingekomen stukken aan de orde. De heer Bienefelt merkt naar aanleiding van ingekomen stuk nummer 8, het schrijven van de gemeente Hoeven inzake het provinciaal groeiklassebeleid op, over het algemeen de zorg van de gemeente Hoeven te delen. Een aantal mensen vindt en denkt dat de steden in Brabant toch bevoordeeld worden als het gaat om toewijzing van huizen. Voor wat betreft de opmerkingen die in dat schrijven worden gemaakt, dat heeft het CDA bekeken en zijn zij tot dezelfde conclusie gekomen. De voorzitter zegt dat de gemeente met het handelen ten aanzien van de woningbouw zal kijken wat met het schrijven van Hoeven gedaan kan worden ten aanzien van de eigen beleidsontwikkeling. Wanneer daar verder uitsluitsel over is komt het college daar bij de commissie zeker op terug. Vervolgens merkt de heer van de Merbel op reeds in eerdere vergaderingen gevraagd te hebben of de voorzitter de moeite zou willen nemen om bij deze punten even aan te geven om wat voor stukken het gaat. Dat maakt het voor de luisteraars hier op de tribune maar wellicht ook thuis, iets gemakkelijker om dit te volgen. Overigens zal hij nu zelf zeggen over welke brief het gaat. Het is een brief van de Socialistiese Partij en die heeft betrekking op de zogenaamde AAW-voorzieningen. Bij een schrijven als dit zijn best wel wat vragen te stellen en opmerkingen te maken. De heer van de Merbel wil nu echter niet op de inhoud ingaan. Hij heeft wel een opmerking en een vraag naar aanleiding van dit schrijven. Zijn opmerking is dat hij bij dit stuk een schriftelijk advies van de afdeling sociale zaken heeft gemist. Zijn vraag is of het college deze brief niet mede aanleiding vindt om een spoedige instelling van een commissie sociale zaken in overweging te nemen. De voorzitter zegt naar aanleiding van de vraag van de heer Merbel over het instellen van een commissie sociale zaken, dat het college zich nog eens zal beraden, alhoewel het antwoord daarop al wel bekend is omdat daar bij de coalitievorming reeds over gesproken is. De heer van de Merbel vraagt wat de bedoeling is van de opmerking van de voorzitter dat het antwoord waarschijnlijk al bekend is. In de beleidsuitgangspunten van het college staat namelijk dat er begin 1992, en daar zijn we eigenlijk al een beetje overheen, dat dan nog eens bekeken zal worden of er behoefte was in onze gemeente aan een commissie voor sociale zaken. Dat is dus hetgeen bekend is.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 58