-2- Wethouder Nijhoff antwoordt dat na de vorige raadsvergadering de portefeuillehouder samen met de ambtenaar onderwijszaken een gesprek heeft gehad met het schoolbestuur. Tijdens dat gesprek is de afspraak gemaakt met het schoolbestuur dat zij eventueel een hernieuwde aanvraag zouden doen, maar dat ze zelf eerst de nodige zaken zouden onderzoeken. Het initiatief ligt nu bij de school. Dat gaf ook het vorige raadsbesluit aan. Toen is besloten het verzoek niet ontvankelijk te verklaren. Dat gaf de school de mogelijkheid om in alle rust te kijken wat er zou moeten gebeuren. Dat is de afspraak zoals die gemaakt is met de school. De heer van de Merbel zegt dat het antwoord van de wethouder niet zo veel nieuws toevoegt aan de inhoud van het briefje dat de raad heeft ontvangen of eigenlijk helemaal geen nieuws. Het ging er de heer van de Merbel om of er wellicht bij het college andere zaken bekend zijn die het schoolbestuur wat dwars zitten en waaraan de gang van zaken de vorige keer iets heeft bijgedragen. In dat geval weet het schoolbestuur dat de raad zich heeft uitgesproken voor een zo'n voortvarend mogelijk en zo soepel mogelijk benadering van aanvragen. Weet men dat. Wethouder Nijhoff zegt dat juist daar het overleg voor heeft plaatsgevonden. Tijdens dat overleg is met elkaar van gedachten gewisseld over de zaak die toen voorlag en over wat de mogelijkheden waren. Aan de hand daarvan is de uitkomst geweest dat zij initiatief zouden tonen naar de gementeraad toe. Het standpunt van de raad is hen duidelijk gemaakt. De voorzitter merkt op dat indien er geen verdere op- of aanmerkingen meer zijn, de notulen ongewijzigd zijn goedgekeurd en vastgesteld onder dankzegging aan de maakster. 3. Ingekomen stukken. Aan de hand van de lijst van ingekomen stukken loopt de voorzitter de ingekomen stukken door. Naar aanleiding van ingekomen stuk nr. 7, uitnodiging vergadering algemeen bestuur werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant voor 30 maart 1992, merkt de heer van de Merbel op dat dit stuk voor de raad weer als de bekende mosterd na de maaltijd komt. In de raadsvergadering van februari heeft de heer van de Merbel het college al gevraagd om de vergaderstukken van het werkvoorzieningsschap voortaan van te voren in de raad te behandelen. Toen is hem toegezegd dat het college zich over deze vraag zou beraden. Vandaar nu zijn vraag of het college zich inmiddels beraden heeft en zo ja, met welk resultaat. Wethouder de Jong zegt dat het college zich daar inderdaad over heeft beraden. Meestal is het kort dag. De vergadering is meestal aansluitend op de raadsvergadering. Het college is nog niet in staat geweest om middels een openbare raadsvergadering deze stukken te behandelen. De heer van de Merbel zegt liever een antwoord te hebben gekregen dat er toe zou strekken dat bij het werkvoorzieningsschap gevraagd zou zijn naar een vergaderschema. Tevens zou hij graag gezien hebben dat de gemeentelijke vertegenwoordiger gevraagd zou hebben voortaan de stukken wat eerder toe te sturen. Dat zou aan dit praktische probleem tegemoet kunnen komen. Dat is hetgene dat hij beoogde. Hij heeft gezien dat de vorige keer de vergaderstukken van het schap precies op de dag van de raadsvergadering binnenkwamen. Dan begrijpt hij best dat daar 's avonds niet over gesproken kan worden. Maar het zou best een beetje meer op elkaar afgestemd kunnen worden. Dat is eigenlijk de vraag. Ga niet zitten wachten hoe alles zo uitkomt volgens de kalender maar neem zelf het initiatief om dat te regelen. De voorzitter antwoordt, gehoord de opmerkingen van de heer van de Merbel in tweede termijn, dat het college daar misschien nog een keer over zal spreken. De raad zal dan nog horen wat het definitieve standpunt van het college met betrekking tot deze zaak is.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 57