-12- Ten aanzien van het boetekleed dat reeds door wethouder Nijhoff was aangetrokken merkt de voorzitter op dat dat door het college gedaan wordt en tevens doet zij de toezegging dat het volgende verzoek op de agenda van april gezet zal worden. Als tenminste met een formeel juist verzoek gekomen wordt. Hieraan is dan ook verbonden dat er in april een commissievergadering O.C.S.W. belegd zal worden. Wordt zondermeer deze zaak doorgeschoven naar de volgende week, met alle respect voor het voorstel van de heer de Vos, daar schieten we niet zo erg veel mee op. Want volgende week ligt toch hetzelfde voorstel voor. De heer van der Spek noemde dat al eerder, irritant. De voorzitter vindt dat nog irritanter en irritaties oproepen in de richting van het schoolbestuur als je nu nog een week langer de zaak aanhoudt. Je zou dus nu ook een briefje naar het schoolbestuur kunnen schrijven en zeggen dat het verzoek ontvangen is en dat het niet op de juiste wijze ingekomen is. En vervolgens verzoeken of zij genegen zijn het voor aanstaande donderdag opnieuw in te dienen. Dat zou ook kunnen wanneer de zaak niet ontvankelijk wordt verklaard en dan heb je het stap voor stap afgepaald want anders zegt straks het schoolbestuur: welke datum staat er nu boven. De voorzitter zou voor de zuiverheid van de procedures willen voorstellen om vanavond de zaak af te wijzen. Dan kan het in de raadsvergadering van april echt op zijn onderwijskundige merites beoordeeld worden. Daaraan voorafgaande dan een commissie O.C.S.W.. Dat zou het voorstel zijn wat de voorzitter aan het college met betrekking tot de extra vergadering zou doen. De heer de Vos zegt dat het inderdaad geen zin heeft om volgende week over hetzelfde stuk te komen praten. Dat kan vanavond afgehandeld worden want er komt dan geen nieuwe informatie. Het was uiteraard de bedoeling van hem om morgenochtend het schoolbestuur telefonisch te benaderen met het verzoek de ontbrekende informatie aan te reiken en daar dan een beslissing over te nemen. Iets anders heeft natuurlijk geen zin. Het moet een stuk zijn dat hier in eerste instantie had moeten liggen. De voorzitter zegt dat het niet alleen een kwestie is van een nieuw briefje sturen want op het moment dat er een nieuw briefje gestuurd wordt zit je toch met termijnen die allemaal erg krap zijn. Er is overleg geweest, en dat heeft de wethouder ook in eerste termijn al geantwoord. Er is bestuurlijk overleg geweest tussen hem en het schoolbestuur. De suggestie die de heer de Vos oppert van een briefje, is door de wethouder gedaan. Dat wil de voorzitter wel even namens de wethouder verklaren. Zo is het gegaan. De mogelijkheid die dus wordt geopperd, netjes, maar dat is al geprobeerd. Zo liggen de zaken. Van de kant van het college wordt gezegd, laat deze zaak vanavond zo door lopen. De wethouder heeft van zijn kant meer dan voldoende excuses gemaakt voor het feit dat de zaak gelopen is zoals die is gelopen. Als college staan we daar ook volledig achter, aldus de voorzitter. Het voorstel van de voorzitter zou zijn, wikkel het zo vanavond af en laat het schoolbestuur met een nieuw verzoek komen en dan kan het op zijn volledigheid worden beoordeeld. De heer van der Spek zegt dat er nog lang over gesproken kan worden, maar verwacht niet dat daar verder mee gekomen wordt. Hij zou zich kunnen vinden in het aannemen van het collegevoorstel, dus het niet ontvankelijk verklaren van het verzoek, onder bepaalde voorwaarden. Die voorwaarden zouden dan zijn: een brief aan de school met excuses voor de late behandeling en excuses voor het gebrek aan overleg met de school.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 45