-10- De heer Bienefelt stelt voor het voorstel terug te nemen. Wethouder Nijhoff zegt dat het voorstel in feite, vanwege de tijd, niet meer teruggenomen kan worden. Op het moment dat dit voorstel teruggenomen wordt wordt automatisch het verzoek goedgekeurd. De consequentie daarvan is dat dan gelijksoortige verzoeken van andere scholen ook goedgekeurd moeten worden. Er zijn binnen onze gemeente 5 scholen. De voorzitter dankt de wethouder voor zijn beantwoording en concludeert dat bij de beantwoording van de vragen van de heren de Vos en van de Merbel meteen de opmerking van de heer van der Spek is meegenomen. In tweede instantie merkt de heer de Vos dat het de wethouder siert dat hij het boetekleed aantrekt maar daar is de raad op dit moment nog niet meegeholpen. Ook een deel van de argumentatie is niet helemaal correct. Met name de nieuwe ambtenaar die genoemd wordt. Als de heer de Vos de stukken goed bekeken heeft zijn die niet door een nieuwe ambtenaar gemaakt maar door iemand die hier al wat langer rondloopt. Dan vraagt hij zich af wat nu verder te doen staat. Als het college het stuk terugneemt, zoals de heer Bienefelt voorstelt, dan wordt het automatisch goedgekeurd en hebben we meteen het probleem van de andere scholen want die kunnen dan dezelfde voorzieningen treffen. Dat gebeurt naar hij aanneemt ook wanneer het tweede gedeelte van het voorstel van de heer Bienefelt wordt aangenomen en dus de zaak wordt afgewezen. Dan lopen we in ieder geval ook tegen een tijdprobleem aan. Misschien is er toch nog een tussenalternatief en dat is dat het college het voorstel terugneemt en dat de raad, omdat de gemeente toch het voorstel heeft laten liggen, in een extra vergadering bij elkaar komt om op een juiste manier te kunnen beslissen. Dat hoeft geen erg lange vergadering te zijn en daar wordt dan ook niemand de dupe van en kan ook geen van de andere scholen profijt hebben van de fouten of missers die hier gemaakt zijn. De heer van de Merbel zegt dat een boetekleed de mens siert dus in dit geval ook wethouder Nijhoff. Hij hoopt overigens dat hij dit pak maar zelden hoeft aan te trekken en dat het niet zijn dagelijkse kloffie wordt. De wethouder zegt dat hij niet wist en niet weet waarom dit zo vertraagd is. De heer van de Merbel krijgt daaruit het gevoel dat hij eigenlijk zegt dat hij niet wist dat het er lag of dat dat aan termijnen gebonden was. Hij krijgt de indruk dat een en ander toch erg zwak is behandeld. Dat is in zijn algemeenheid jammer. Niet specifiek voor dit punt maar in zijn algemeenheid gesproken. Wanneer hier gezegd wordt dat de commissie O.C.S.W. niet zoveel meerwaarde toevoegt dan vindt de heer van de Merbel dat niet zo'n leuke opmerking in de richting van de commissie die doorgaans toch een aantal mensen in zich heeft die bijzonder veel tijd en energie steken in hun voorbereidingen aan dat werk. In dubbel opzicht slaat de wethouder daar dus de plank mee mis, aldus de heer van de Merbel. Er zijn hier wel degelijk zaken in het geding die het beleid betreffen. Niet zozeer dus hoe dat in de regeltjes van de onderwijswetgeving is vervat maar wel degelijk dus van wat doen wij daarmee hier in Fijnaart. In de aanvraag van de school zoals die voor ons ligt staat onder meer de vervanging van een televisie. Laat de commissie zich daar maar eens over uitspreken of ze inderdaad met dat oude zwart-wit t.v.tje verder moeten gaan of dat ze een nieuwe kleurentelevisie zouden kunnen krijgen. Wat er nog meer staat is een c.d.-speler. Die is in het verleden nog niet eerder toegekend maar ook op dit punt mag gezegd worden dat het wel een eigentijdse voorziening is en dat daar best eens over te denken valt en te spreken valt binnen die commissie of we dit nu wel of niet een zaak vinden die aan de scholen moet worden toegekend. Nogmaals, de heer van de Merbel heeft waardering voor het feit dat de wethouder zijn beperktheden hier onder woorden brengt maar we moeten toch een andere kant uit want met deze werkwijze doen we onszelf als gemeente onrecht aan.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 43