-2- De heer de Vos merkt op dat op bladzijde 80 staat dat 11 raadsleden hebben voorgestemd en 10 raadsleden hebben tegengestemd. Vooralsnog heeft hij nog geen 21 raadsleden kunnen tellen. De voorzitter merkt op dat dat waarschijnlijk na de gemeentelijke herindeling zo is Daar waar staat 10 stemmen tegen moet gelezen worden 1 stem tegen. Als niemand meer op- of aanmerkingen heeft naar aanleiding van de notulen dan zijn ook de notulen van 9 december 1991 goedgekeurd, met dank aan de samensteller 3. Ingekomen stukken en mededelingen. De voorzitter loopt aan de hand van de nummers het lijstje door. Naar aanleiding van ingekomen stuk nr. 4 (de afwijzing van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg van Fort Sabina) merkt de heer Haverkamp op dat de CDA- fractie deze afwijzing ten zeerste betreurt. Zij vraagt zich af of via de provincie steun kan worden verkregen. Bekend is dat de provincie Fort Sabina ook een warm hart toedraagt. De heer Evers vraagt wanneer er sprake is van bedreiging en wat men daaronder verstaat. Uit de pers is gebleken dat het gemeentebestuur toch voornemens is bezwaar aan te tekenen. Is dat zo. Daarnaast merkt hij op dat Fort Sabina dateert uit de jaren 1811-1880 en niet in aanmerking komt voor plaatsing op de monumentenlijst. Hij vraagt zich af hoe het dan gesteld is met woningen in particulier eigendom. Welk jaar is dan doorslaggevend. De voorzitter zegt zeer zeker steun te zoeken bij de provincie. Het is misschien goed een paar zinsneden te noemen uit de conclusie die getrokken wordt uit de brief van het ministerie, rijksdienst voor de monumentenzorg. Die schrijven "Het beleid met betrekking tot de categorie van jongere bouwkunst, en daar wordt het Fort toegerekend, is erop gericht dat verzoeken om aanwijzing in afwachting van de resultaten van het in gang zijnde monumenteninventarisatieprojeet (het MIP) en vervolgens van het Monumentenselectieplan (MSP) worden afgewezen tenzij sprake is van een uitzondering. Geconcludeerd kan derhalve worden dat de aanwezige architecturen, historische waardenbescherming op grond van de Monumentenwet 1988, vooruitlopend op de resultaten van het monumenteninventarisatieprojectniet rechtvaardigen. Met andere woorden men wil nog niet vooruitlopen op datgene wat mogelijkerwijs uit die inventarisatie komt, oflfdat het behoort tot de jongere bouwkunst. Ik denk dat dat een antwoord is op de vraag en een antwoord op een aantal dingen die de heer Evers heeft gevraagd. Wat is een bedreiging. Ja, iedereen schat dat weer anders in. Het college van B. en W. en ook de Heemkundekring, wij zijn bang dat als er op deze wijze ook in het vervolg omgesprongen wordt met het Fort dat het dan toch gauw tot een ruine zal worden. Dat is de reden geweest waarom destijds toch dat balletje, in samenspraak met Staatsbosbeheer, is opgegooid. Dit heeft dus niet tot resultaat geleid. U zegt dat u in de krant leest dat de gemeente bezwaar gaat aantekenen. Met excuses aan de heren journalisten, want die zeggen dat ze altijd de schuld krijgen, de voorzitter heeft gezegd, dat de gemeente overweegt om bezwaar aan te tekenen. Wij wilden de behandeling vanavond in de raad even afwachten en als u nu zegt dat is een goede zaak en zoek maar steun bij de provincie en teken maar pro forma bezwaar aan, dan zullen wij dat zeer zeker doen. Dat van de kant van het college. Als u vraagt hoe het zit met woonhuizen van de 19e eeuw. Dat is afhankelijk van de stijl en of men er monumentale waarde aan toekent. Er zijn ook zaken die wel op de monumentenlijst staan en jonger zijn dan Fort Sabina, denk bijvoorbeeld aan bepaalde stationsgebouwen, of het raadhuis van Hilversum wat gebouwd is door Dudok. Dat komt dan wel op de monumentenlijst en dit niet. Het hangt dus ook een beetje af van de kwaliteit en hoeveel er in hun soort nog van zijn.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 3