-13- Partij van de Arbeid en mij en dat hoort hier niet thuis. Maar hij vindt dat het volstrekt niet past bij een onpartijdig geacht voorzitter van een gemeenteraad om zich op deze wijze tot een raadslid te wenden. Hij wilde daar even duidelijk blijk van geven dat hij dit als bijzonder slecht heeft ervaren. De voorzitter heeft het als bijzonder slecht ervaren dat de heer van de Merbel gewoon het college heeft beticht van duistere gangetjes politiek. De voorzitter denkt dat het de plicht is van de voorzitter van het college en van de voorzitter van de raad om de heer van de Merbel daarop aan te spreken. Wie de bal kaatst moet hem terug verwachten. De heer van de Merbel wil daarop nog reageren. De voorzitter zegt dat dat kan maar inmiddels is dat dan in derde termijn en zij vraagt of de heer van de Merbel wil afronden. De heer van de Merbel zegt dat hij in de tweede termijn aan het spreken was en dat de voorzitter hem heeft geinterumpeerdwaar zij overigens ook het recht toe heeft Dit neemt niet weg dat hij in deze tweede termijn nu over wil gaan tot afronding van zijn betoog. Hij vindt dat we moeten beseffen waarmee we doende zijn. We hebben voor ons gekregen deze week, 5 vellen tekst, drie voorstellen. We moeten beseffen dat daar wellicht een x-aantal uren of wellicht dagen werk door ambtenaren ingestoken is. Het college spaart kosten noch moeite om te bewerkstelligen dat een actief en positief meedenkend lid van de commissie het veld moet ruimen. Je kunt je gevoeglijk afvragen of het college niks beters te doen heeft dan dit soort partijpolitieke spelletjes te bedrijven. Hij denkt bijvoorbeeld aan een minima-beleid waar al jaren op wordt gewacht, het oplossen van de parkeerproblemen voor de vrachtwagenchauffeurs. Dat zijn zaken die hier in de raad thuishoren. Maar niet dit soort partijpolitieke spelletjes. De heer de Jong vraagt over welke partijpolitiek de heer van de Merbel dan spreekt. De P.v.d.A. is vanavond al een paar keer over de vloer gegaan, letterlijk en figuurlijk, maar hij vindt het toch een beetje jammer dat de P.v.d.A elke keer weer in dit spel van de heer van de Merbel dat hij meent te moeten spelen, wordt meegetrokken. Hij vindt het zeer jammer en distantieert zich mede namens zijn fractiegenoot de heer de Vos volledig van hetgeen hier naar voren wordt gebracht. De heer van de Merbel vervolgt met de opmerking dat hij bijna aan het eind van zijn verhaal was De voorzitter merkt op dat de heer van de Merbel de opmerking van de heer de Jong meteen mee kan nemen in zijn afronding. De heer van de Merbel zegt niet direkt en uitsluitend beoogd te hebben de Partij van de Arbeid. Maar wanneer de heer de Jong dit als zodanig ervaart dan zegt dat wel wat. De voorzitter zegt dat de heer van de Merbel van mening is dat het college onvoldoende zaken naar voren gebracht zou hebben of uitgelegd zou hebben. Aan de orde is nu, niets meer en niets minder, een opvulling van de vacature in de commissie O.C.S.W.. De heer van de Merbel heeft in zijn breedsprakig betoog aangegeven dat hij eigenlijk vond dat hij onvoldoende in de gelegenheid is gesteld om kandidaten voor deze vakature te stellen. De voorzitter heeft van de overige binnen deze raad vertegenwoordigde fracties, niemand anders horen spreken daarover. Dit neemt echter niet weg dat zij nu de heer van de Merbel de gelegenheid geeft om in een termijn het voorstel aan te vullen. Zij heeft daarstraks al gezegd dat nergens staat aangegeven hoe het

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 28