- 64 -
tegen en noemt daarbij onder andere zijn idee voor de 30-km-zone en het
minima-beleidHierop interrumpeert de Voorzitter: "Van de P.v.d.A.-
fractie zult U bedoelen".
De heer Van de Merbel vraagt zich vervolgens af wanneer de gemeente
rekening ter beschikking gesteld wordt aan de raadsleden. Hiernaar is door
andere fracties nooit gevraagd, ze waren soms te lui erin te kijken. We
derom maant de Voorzitter spreker zich te matigen en het zikelijk te hou
den. De heer Van de Merbel vervolgt zijn betoog en zegt voortdurend op te
komen voor mensen met een smalle beurs en vooral voor openheid en open
baarheid, hetgeen zijns inziens in de raad agressie opwekt. Dat hij de
ambtenaren zou overstelpen met brieven, ontlokt hem de vraag of het beleid
daar dan soms geen aanleiding toe geeft.
Met betrekking tot het niet nakomen van de afspraak tot het indienen van
de 2e termijn van de algemene beschouwingen stelt hij die afspraak niét
gemaakt te hebben. Afspraken die hij niet maakt, kan hij niet nakomen.
Omdat over deze bewering onenigheid bestaat, wordt afgesproken, dat deze
kwestie letterlijk van de band zal worden uitgewerkt.
Vervolgens reageert de heer Van de Merbel op diverse uitspraken van vorige'
sprekers en tracht die te weerleggen.
Hierna, om 22.05 uur, schorst de Voorzitter de vergadering.
Na 20 minuten heropent zij de vergadering. Op het in de 3e termijn door de
P.v.d.A. geopperde toezicht op met name het technische gedeelte van de ge
scheiden inzameling, zegt zij toe dat het college deze zaak kritisch zal
volgen.
Voorts deelt zij de raad mede, dat het college groot respect heeft voor de
heer Van der Werf, die niet alleen de oudste is, maar blijk geeft ook de
wijste te zijn in zijn reactie op de uitdagende woorden van de heer Van
de Merbel.
Op de woorden van de heer De Vos met betrekking tot het reserveren voor
voorzieningen op rioleringsgebied deelt wethouder Nijhoff - tevens in ant
woord op de vraag van de heer Van der Spek - mede, dat het inderdaad juist
is, dat gereserveerd moet worden teneinde later tot verantwoorde investe
ringen te kunnen overgaan.
Met betrekking tot de aandacht voor burgers met een smalle beurs, door
Gemeentebelangen ter tafel gebracht, zegt hij toe, dat dit probleem niet
over het hoofd zal worden gezien.
De wethouder verwijst de heer Van der Spek naar het antwoord in le termijn'
van het college en hij citeert uit het stukje over rioolafvoerrechtDit
tarief gaat uit van inventarisatie van het bestaande rioleringssysteem.
Hieraan moeten dus nog de toekomstige uitbreidingen en aanpassingen worden
toegevoegd. Het tarief 1992 bedraagt f. 117,70, zodat geconstateerd kan
worden, dat de huidige tariefsaanpassingen van 10% hier nog bijkomen. Door
de V.V.D. wordt terecht opgemerkt, dat dit tarief fors zal moeten worden
aangepast door de in de toekomst te maken hogere kosten. Wij voorzien
dat het uitstellen van tariefsaanpassingen nu en volgende jaren tot een
forse inhaalmanoeuvre zal leiden. Wij hopen in het voorjaar van 1993
een aangepaste inventarisatie te kunnen voorleggen, waardoor er meer
duidelijkheid ten aanzien van tariefsstellingen kan ontstaan". Dit is
zijns inziens voldoende antwoord. Met betrekking tot de gevraagde visie
van het college over de reinigingsrechten, merkt hij op, dat die reeds in
de toelichting staat vermeld, terwijl de kwestie ook is besproken in de
commissie Financiën. Dus is de visie van het college genoegzaam duidelijk.
Nog een argument om de rechten met 15% in plaats van 20% te verhogen is
dat rekening moet worden gehouden met de burgers. Met betrekking tot de
vraag over de verhogingen ogb met daaraan gekoppeld het rekeningoverschot,
deelt de wethouder mede, dat het hier een soort trend betreft; er wordt
steeds ongeveer hetzelfde overgehouden. Hij vindt deze koppeling niet he
lemaal terecht. Overschotten worden gereserveerd voor investeringen en
hierop wordt in de loop van 1993 teruggekomen.