Raadsvergadering 3 december1992 Algemene beschouwingen begrotingen 1993 Agendapunt 00 Blad 2 Het gaat rmj te ver om binnen het bestek van deze begro tingsbehandeling in de finesses uit te gaan leggen wat er zoal aan schort. Maar voor mij staat wel vast. dat de nog steeds slechte werksfeer op het gemeentehuis voorna melijk te wijten is aan de manier waarop de burgemeester met de mensen omgaat. Zij mist kennelijk het vermogen om anderen te vertrouwen en daardoor mist zij ook zelf het vertrouwen van vele zo .•al niet (bijna) alle medewerkers. Éea herschikking in de onderlinge portefeuilleverdeling, -waarbij dus een van de wethouders personeelszaken van de ^büi?(jemee3ter overneemt, valt zeker te overwegen ofschoon daarmee de feitelijke problemen helaa3 nog niet afdoende zullen worden opgelost. Ook de beide wethouders hebben immers veel prestige ver loren als gevolg van het feit. dat zij geen kans hebben gezien om hun collegevoorzitter bij te sturen en tot een humaner personeelsbeleid te bewegen. Zij zaten erbij en zij keken ernaar. Zij zijn zodoende mede verantwoordelijk voor het te lang laten voortduren van een situatie, waarin velen zich erg ongelukkig voelen en waarin er natuurlijk ook geen opti male arbeidsprestaties van de medewerkers verwacht mogen worden Ook voor de buitenwacht wordt het allengs duidelijker en ook meer voelbaar, dat onze gemeente momenteel niet op de juiste wi jze bestuurd wordt Het aantal klachten vanuit de burgerij dat ik als raads lid te lezen en te horen krijg neemt sterk toe. Ook men sen. die van nature toch wel veel ontzag hebben voor een burgemeester, zie je nu van hun geloof afvallen. De huidige situatie schreeuwt als het ware om een snelle en definitieve oplossing. Het vervangen van de gemeentesecretaris en andere ambte naren heeft niet de door sommigen gedachte oplossing met zich gebracht. Na de ma33ale uittocht van ambtenaren is het nu de hoog ste tijd voor een snelle aftocht van dit falende college. En ook daarbij mag de burgemeester, zoals altijd, gerust voorop lopen. Voorzitter. Het zal u duidelijk zijn. dat ik na het voorgaande thans niet zal instemmen met de door uw college gepresenteerde begrotingen. Ik zal daar straks moeten tegenstemmen. JKijn tegenstem zal een proteststem zijn. Eert protest tegen een college, waar ik ooit hoge verwach tingen van had. maar waarin ik danig teleurgesteld ben. Fijnaart. 3 december 1992. W. van de Merbel raadslid.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 262