- 11 - blad 7 Evenals in voorgaande jaren is onze fraktie de mening toegedaan, dat de onroerend goedbelasting niet de funktie moet hebben van begrotingssluiter. Onze fraktie is van mening, dat het sluitend krijgen van de begroting ook bereikt kan worden door de uitgaven te beteugelen, alsmede door het tijdig anticiperen op toekomstige uitgaven tot instandhouding van bepaalde voor zieningen Onze gedachten gaan hierbij uit naar voorzieningen (bijvoorbeeld de tennisvelden), welke ten laste van de algemene en/of saldireserve worden/werden gefinancierd. Een (onderhouds)fonds wordt hiervoor veelal niet gevormd, waardoor de instandhouding van zo'n voorziening een extra grote last op de begroting vormt. Kostenbesparingen zouden tevens verwezenlijkt kunnen worden, indien een herschikking van onze bestemmingsreserves zou plaatsvinden. Wij stellen voor hieromtrent in het komend voorjaar te discussiëren. In dit verband stellen wij u tevens voor de huidige begrotingsmethodiek om te buigen naar een meer taak- en portefeuille gerichte. Voordeel hiervan is, dat een juister beeld van de middelenstroom wordt verkregen en een portefeuille-houder op budgetoverschrijdingen of niet gerealiseerde plannen gericht kan worden aangesproken. Voor wat betreft de tariefsverhogingen voor 1993 gelieve u nota te nemen van onze inbreng in de commissie Financiën van 9 november j.l. In de veronderstelling hiermede een positieve en constructieve bijdrage te hebben geleverd aan de begrotingsbeschouwingen le termijn, verblijven wij hoogachtend CDA FRAKTIE J.A. Bienefelt, voorzitter

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 216