10 volgende argument van de uniformiteit binnen de omliggende gemeenten, die al besloten zouden hebben tot aanschaf van de duo-bak; dit gaat volgens hem ook niet op, want de enige die aldus besloten heeft, blijkt Willemstad te zijn. Vervolgens memoreert hij dat de laatste zin van het voorstel luidt: Resumerend stellen wij U voor conform het bovenstaande te besluiten. Kijkend naar het bovenstaande, is het enige besluit dat hij tegenkomt een concept-overeenkomst met de gemeente Roosendaal goedkeuren. Zijns inziens is de gemeente daar nog niet aan toe, gehoord hebbende wat er allemaal ter tafel is gekomen. Vooral over het maatwerk, waarvan de heer Van de Watering met stelligheid beweerde, dat dat mogelijk was, doch dat nu door de voorzitter wat teruggetrokken wordt. Hierop interrumpeert de Voorzitter: "Aan dat maatwerk zit natuurlijk wel een prijskaartje", waarop de heer Van der Spek zegt dat de heer Van de Watering heeft beweerd, dat er weinig prijsverschil zit in de verschillende grootte van de bakken. De voorlichter van de gemeente Roosendaal heeft zelfs beweerd, dat men niet moet denken dat men voor lagere kosten komt te zitten als men een kleinere bak kiest. Gezien de discussie vandaag denkt spreker best te kunnen besluiten de gemeenschappelijke regeling met Willemstad te beëindigen, de financiële' afwikkeling met laatstgenoemde gemeente te regelen, doch dat de gemeente nog niet toe is aan de besluitvorming voor wat betreft aansluiting bij Roosendaal Al pratend over maatwerk heeft de heer Bienefelt begrepen, dat voor elke fractie een bak bestaat. Spreker zegt te moeten constateren, dat men tegen de marge zit. Zijn fractie geeft het college in deze een stukje krediet onder de eerdergenoemde voorwaarden, die in Willemstad ook ten gehore zijn gebracht. Hij noemt dan het maatwerk en de juridische kant. Na de inventarisatie zou hij graag zien, dat de zaak teruggaat naar de gecombineerde commissievergadering, zodat men op de hoogte blijft. Met betrekking tot de verslaglegging merkt hij op, dat kort of lang niet belangrijk is, als er maar geen verkleuring optreedt. Wethouder De Jong is het eens met de heer De Vos dat tot een praktische invulling gekomen moet worden voor de eigen gemeente. Inderdaad maakt het verschil of er sprake is van een eenpersoonshuishouden of een gezin. Met betrekking tot de opmerkingen over windkracht 7 tot en met 10 zegt hij dat dat wel extreme omstandigheden zijn. Spreker zegt nog uit het tijdperk van de vuilnisemmer te stammen en hij vraagt zich af hoe het toen ging bij die extreme weersomstandigheden. De opmerking van de heer Van de Merbel over de besluitvorming achteraan acht de wethouder - persoonlijk - een beetje goedkoop en hij wijst betrokkene op diens uitspraak eerder deze avond over punten en komma's. Sprekend over het systeem van gescheiden ophalen van huisvuil is er een aantal mogelijkheden. Kiest men voor het systeem met de bakken, dan past op de vuilniswagen een bepaald ophangsysteem. Je maakt volgens de wethouder een brede discussie los als je begint over de tariefsdifferentiatie. Dan komt ook ter sprake dat er mensen zijn, die al jaren bezig zijn met composteren en verzamelen van oud papier; moet je die achteraf ook nog belonen? Hierbij kun je eindeloos doorgaan. Als uitgangspunt bij deze materie moet gezien worden het feit dat gescheiden ophalen van huisvuil per 1 januari 1994 verplicht wordt. In de richting van de heer Van der Spek zegt hij dat de gemeente zeker wel een vuilniswagen elders kan inhuren tot die tijd, doch zonder dit voorbereidend werk - en dat is nog zeer zeker niet afgerond - is de gemeente op 1 januari 1994 niet rond met deze zaak en dan kun je er zeker van zijn, dat vanuit de raad het verwijt komt, hadden jullie niet eerder.Binnen de gemeenschappelijke regeling met Willemstad is geprobeerd om zo adequaat mogelijk te reageren. Om nu vanavond alleen te besluiten de overeenkomst met Willemstad te verbreken is volgens spreker een rare oplossing, want wat doet de gemeente dan op 1 januari? Als

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 198