-21-
De heer van der Werf zegt blij te zijn dat dit voorstel nu eindelijk op
tafel ligt. Wanneer echter de negen punten goed worden bekeken dan mist
hij nog wel een paar punten. Er leeft binnen de gemeenschap heel wat meer
dan hetgeen hier wordt opgesomd. Hij denkt dan bijvoorbeeld aan de
alarmering, het kappersbezoek door wat oudere dames, belastingontheffingen
etc
De heer van de Merbel wil allereerst zijn steun betuigen aan collega de
Vos waar het betreft de instelling van een commissie sociale zaken. Hij
vraagt zich af of dat inderdaad pas bekeken moet worden na een evaluatie
na een jaar.
Zo'n commissie zou twee belangrijke functies kunnen hebben, namelijk het
begeleiden van het minimabeleid. Bovendien zou die commissie kunnen
fungeren als beroepsorgaan. Overigens heeft een dergelijke commissie voor
de heer van de Merbel een wat ander karakter dan andere adviescommissies.
De commissie zou qua omvang ook wat beperkter kunnen zijn.
In 1989 heeft hij al eens gepleit voor de instelling van een minimafonds.
Hoewel er wel wat kanttekeningen te plaatsen zijn is hij van mening dat
met de voorliggende regeling maar van start moet worden gegaan.
Nu heeft de heer van de Merbel recent in de krant gelezen dat beide
wethouders zich hebben uitgesproken voor een ruimhartige toepassing van de
regeling minimafonds. De praktijk zal dat moeten gaan uitwijzen maar op
voorhand wil hij hen toch dat vertrouwen schenken.
De enige wijziging die hij nu wil voorstellen betreft de ingangsdatum van
de vast te stellen verordening. Het college stelt voor met ingang van 1993
bijdragen te gaan verstrekken maar gelet op de langdurige
voorbereidingstijd vindt hij het naar de belanghebbende burgers toe wel
redelijker dat ook over het kalenderjaar 1992 nog bijdragen verstrekt
kunnen worden. Zowel in de begroting 1991 als in de begroting 1992 is daar
al een bedrag voor opgenomen.
Mevrouw Oostdijck merkt op dat in het collegevoorstel is vermeld dat
inkomensbeleid aan de rijksoverheid is voorbehouden en dat het nu de
bedoeling is om mensen uit hun sociaal isolement te halen danwel te
voorkomen dat zij daar in geraken. In dat verband is de raad nu voornemens
om daar een bedrag voor beschikbaar te stellen.
Zij vindt dit een goede start. Na een jaar kan inderdaad bekeken worden of
de instelling van een commissie sociale zaken nodig is. Het CDA ziet dan
ook met belangstelling uit naar die evaluatie en ondersteunt het
collegevoorstel
Het spijt de heer van der Spek wederom een waarschuwing te moeten laten
horen maar er dreigt weer een misverstand te ontstaan.
Het gaat om, zoals mevrouw Oostdijck ook al duidelijk aangeeft, het
opheffen danwel voorkomen van een sociaal isolement en het gaat niet om
een inkomensbeleid. Hetgeen de heer van der Werf naar voren bracht over
belastingontheffing en naar de kapper gaan, valt er dus duidelijk niet
onder.
De gemeente moet zich houden aan de doelstelling van deze regeling.
Wethouder Nijhoff wil er even op wijzen dat bij de ingekomen stukken ook
de nota bijzondere bijstand ter inzage heeft gelegen. Deze beide zaken
hebben een zekere relatie met elkaar.
Verder heeft hij een aantal raadsleden horen praten over de commissie
sociale zaken. De fractie van de P.v.d.A. pleit voor instelling na
evaluatie evenals de fractie van het CDA. De fractie van de Merbel pleit
ervoor dit sneller te doen.
Inderdaad is die mogelijkheid opgenomen in de beleidsuitgangspunten dus is
het reëel om daar binnen het college over te discussiëren en op een zeker
moment daarmee in de commissie O.C.S.W. c.q. in de raad te komen.