-19- Dat is natuurlijk niet de bedoeling. De opzet van de heer van de Merbel is niet om mevrouw ter Veld in deze te ondersteunen. Waar het om gaat is dat het heel reëel is om dat bedrag weg te zetten, dan kan straks gevoeglijk uit de reserve geput worden. De wethouder stelt voor hier in het college over te gaan spreken. Dat had hij natuurlijk ook meteen na 30 juli kunnen doen. Wethouder Nijhoff zegt dat er ondertussen toch heel wat water door de zee is gegaan ten opzichte van het ministerie enzovoorts. Nu zou er dus een afweging kunnen zijn voor het college om de zaak opnieuw te bekijken. De heer van der Spek zegt dat er wat onduidelijkheid ontstaan zou kunnen zijn over punt 6, reconstructie wegen. Hij heeft nadrukkelijk gezegd dat dat niet voor onvoorziene uitgaven gebruikt mag worden maar dat dat in de pot reconstructie wegen thuishoort. De opmerking van de heer van de Merbel zou de indruk kunnen geven dat hij wel vindt dat het voor onvoorziene uitgaven gebruikt zou kunnen worden. De heer van der Spek vindt beslist van niet. Het college heeft daarstraks gezegd het met de heer van der Spek eens te zijn en hij hoopt dat dat nog steeds zo is. Wethouder Nijhoff zegt dat er in de toekomst heel wat aan de wegen moet gebeuren. Al jarenlange zijn allerlei reconstructies uitgesteld en aankomend jaar zal er echt iets moeten gebeuren. De heer van de Merbel merkt op dat in de ontwerp-begrotingswijziging de reservering wordt opgenomen in de post onvoorzien. Nu staat het als een niet structurele post, als een incidentele te besteden post, in de ontwerp-begrotingswijziging. Als de begrotingswijziging morgen zo naar de provincie gaat zoals hij ter inzage lag, was het antwoord van de wethouder niet correct. Wethouder Nijhoff zegt dat de heer van de Merbel in dit geval gelijk heeft. Het onderhavige voorstel is nu dat het in de post onvoorzien gebruikt kan worden. Het voorstel van de heer van der Spek is om het in de reserve wegen te brengen. De heer van der Spek zegt geen voorstel te doen maar kritiek te hebben op het voorstel van het college. Wethouder Nijhoff zegt dat als hij wil ingaan op het voorstel van de heer van de Merbel dat dat dan instemming moet hebben van de gehele raad. De heer van de Merbel wijst er nog op dat het college er niet toe bevoegd is om de post onvoorzien aan te wenden zonder raadsbesluit. Overigens zijn er nog meerdere posten die niet meer aangewend zullen worden. Denk maar aan de uitbreiding gemeentehuis. Het is volgens de heer van de Merbel moeilijk om nu vanavond alles zo even te wijzigen. De voorzitter beaamt de opmerking van de heer van de Merbel. Bekend is dat er ook nog een behoorlijke restschuld zit op de vuilverbrandingsoven van Heeren. Dat zal de komende jaren ook afgeschreven moeten worden zonder dat daar iets tegenover staat. Er zijn genoeg suggesties te doen om aflossingen c.q. afschrijvingen te doen. Daarin geeft zij de heer van de Merbel gelijk. Nu is er voorstel gedaan aan de raad om, simpel gezegd, de ramingen voor de reserve wegen over te boeken naar de post onvoorzien. De heer van de Merbel heeft terecht opgemerkt dat het college alleen maar over de post onvoorzien kan beschikken als dat via de raad gaat. Concreet is de vraag nu of het voorstel dat nu voorligt in stand gehouden wordt of dat de raad van mening is dat op dat punt een wijziging dient te worden doorgevoerd. De heer de Vos is van mening dat op dit moment weinig anders te doen staat dan het collegevoorstel te handhaven. Binnen de commissie financiën kan op korte termijn nog van gedachten gewisseld worden.

Raadsnotulen

Fijnaart en Heijningen: 1934-1995 | 1992 | | pagina 180