-5-
De voorzitter zegt dat het een beetje moeilijk is om stukken uit de
notulen te knippen vanuit Amerika want daar was zij de vorige week toen de
stukken geredigeerd werden. Het is zo dat naar aanleiding van zijn
opmerking nog eens precies zal worden nagegaan wat er gezegd is. Overigens
is binnen de commissie BA. afgesproken dat er van commissievergaderingen
beknopt en kernachtig weergegeven zal worden wat er besproken is.
Nagegaan zal worden welke passages te beknopt zijn weergegeven, dat heeft
zij nog niet kunnen zien. Volgende week maandag is er wederom een
commissievergadering ROM en dan komt de vaststelling van de notulen aan de
orde en daar hoort deze vraag eigenlijk thuis.
Ten aanzien van de opmerking van de heer Evers denkt zij dat het een goede
suggestie is om te kijken of er een kernrandzone gecreëerd kan worden
langs de lintbebouwingen en langs de dorpskernen. Het college zal dat
bespreken.
Vervolgens wordt ingestemd met de concept-reactie zoals die ter inzage
heeft gelegen.
Ingekomen stuk nr. 9 wordt voor kennisgeving aangenomen.
Ten aanzien van ingekomen stuk nr. 10 (Schrijven van de heer Nagtzaam van
5 juli 1992 houdende een reactie op het voornemen van de heer Hopmans een
varkensmesterij te vestigen aan de Molenstraat) merkt de heer de Vos het
volgende op.
Op zich heeft zijn fractie geen problemen met de reactie, hij denkt dat
dit een juiste weergave is van de feiten. Er zou misschien nog iets aan
toegevoegd moeten worden vanuit de raad. De gemeente is niet echt vlot
geweest met haar reactie en een excuus voor die late reactie is wel op
zijn plaats.
De voorzitter zegt dat dat geen probleem behoeft op te leveren.
De heer van de Merbel merkt op dat er de vorige vergadering reeds is
toegezegd dat er een briefje verzonden zou worden, kennelijk is dat niet
gebeurd. Nu er geschreven wordt naar aanleiding van een brief die gericht
is aan het college en aan de gemeenteraad denkt hij dat er ook geantwoord
moet worden namens de raad. Dat blijkt niet uit het concept.
Aan dit schrijven zou toegevoegd moeten worden dat deze brief door de raad
behandeld is en dat hij heeft ingestemd met de inhoud daarvan. Overigens
heeft hij over de inhoud van dit schrijven nog wel een vraag.
De consequenties van het intrekken van de aanvrage voor de
hinderwetvergunning, wat zijn die. Hij leest dat de aanvrager het college
heeft verzocht om zijn aanvraag te mogen intrekken. Kennelijk kan dat niet
zo maar. Het college heeft laten weten bereid te zijn daar positief op te
reageren maar desondanks wil het college daarover met betrokkene nog in
overleg treden.
Wat kan hier voor de rest nog concreet uit voortvloeien?
De voorzitter zegt daar niet direkt een antwoord op te kunnen geven. Dat
weet je pas op het moment dat met de aanvrager gesproken is. Pas dan is
bekend wat wel en wat niet in stand wordt gehouden.
Ten aanzien van de suggestie om in de brief naar voren te laten komen dat
het schrijven van de heer Nagtzaam behandeld is in de raad merkt zij op
dat dat geen enkel punt is.
De heer van de Merbel vraagt of na het gepleegde overleg de uitkomst
daarvan kan worden teruggekoppeld aan de raad.
De voorzitter zegt toe een en ander in de raadsmap ter lezing te leggen.
Vervolgens wordt met inachtname van de opmerkingen van de heer van de
Merbel en de heer de Vos ingestemd met de concept-reactie van het college
aan de heer Nagtzaam.